Ze beschikken daarvoor over een budget van 250.000 euro.
Een scholier moet over de geschikte capaciteiten beschikken voor het hoger onderwijs.
Bedrijven beschikken over een pak privé-details van hun klanten.
God beschikt over leven en dood, niet wij.
Nochtans beschikt ook ons land over een uitgebreide hoeveelheid fiscale gegevens.
Het lot beschikte anders.
Wie over geld beschikt, maakt de beste kansen.
Google beschikt over veel gegevens over menselijk gedrag.
Ze moesten mee voor verhoor en konden daarna beschikken.
Na verhoor door het parket mocht de man beschikken.
De dienst beschikt over alle informatie over de verschillende opleidingen.
Zij moeten kunnen beschikken over de juiste expertise.
Zelf beschikte de man over een indrukwekkende collectie Rolls Royces.
Feitelijk is het echter een fictie dat de hedendaagse mens over zichzelf beschikt.
De overheid beschikt daarom over macht.
Ik denk ook dat de partij over voldoende competente mensen beschikt.
De stad beschikt bovendien over een goed winkelcentrum.
God beschikt alles.
Het lot had het zo beschikt dat het eerste werk in het Duits dat werkelijk mijn leven binnentrad de Grondsteenmeditatie was.
Ze beschikken allemaal over een terras of een privétuin.
Het Rijksmuseum beschikt zelf niet over de middelen voor aankoop.
De oppositie zegt over bewijzen te beschikken dat het systeem was gehackt.
Verschillende media beschikken over deze documenten.
De leden van het orgaan beschikken over grote bestuurlijke ervaring.
We beschikken nu ook over de instrumenten daarvoor.
subject
Wie of wat (...)?
substantief
object
Wie of wat (...) men of wordt (...)?
pronomen
alles
het
voorzetselobject
Met vaste prepositie (vast voorzetsel)
predicatieve aanvulling
adjectief of adverbium
gezamenlijk
samen
predicatieve aanvulling
pronomen
allemaal
zelf
predicatieve aanvulling
prepositiegroep of conjunctiegroep
als
verbum auxiliare of groepsvormend verbum
Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij beschikken?
blijven
kunnen
laten
moeten
mogen
willen
en/of
Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met beschikken?
wikken
in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
... wikt, (maar) ... beschikt
- subject
- object
- verbum finitum
- bepaling
- voorzetselobject
- n.n.
- verbale aanvulling
- 1iemand of iets beschikt over iets of iemand
- bedrijf
- Bedrijven beschikken over een pak privé-details van hun klanten.
- gemeente
- Heel wat kleinere gemeenten beschikken niet over een afzonderlijke dienst ruimtelijke ordening.
- huis
- Aangezien weinig huizen beschikken over een eigen tuin , beschouwen de bewoners het Noordschippersdok als hun gemeenschappelijke achtertuin .
- land
- Nochtans beschikt ook ons land over een uitgebreide hoeveelheid fiscale gegevens.
- man
- Zelf beschikte de man over een indrukwekkende collectie Rolls Royces.
- mens
- Tijd is zowat het belangrijkste goed waar een mens over beschikt .
- organisatie
- Organisaties moeten daarom kunnen beschikken over betrouwbare voorzieningen.
- overheid
- De overheid beschikt daarom over macht.
- partij
- Ik denk ook dat de partij over voldoende competente mensen beschikt .
- politie
- Het enige waarover de politie beschikt , is zijn getuigenis.
- school
- De school beschikt over een leslokaal op het GTC.
- stad
- De stad beschikt bovendien over een goed winkelcentrum.
- aanwijzing
- Het Dendermondse gerecht beschikt echter over voldoende aanwijzingen die het tegendeel bewijzen.
- bevoegdheid
- Wij beschikken niet over speciale bevoegdheden .
- bewijs
- De oppositie zegt over bewijzen te beschikken dat het systeem was gehackt.
- budget
- Ze beschikken daarvoor over een budget van 250.000 euro .
- Ze beschikken daarvoor over een budget van 250.000 euro.
- capaciteit
- Een scholier moet over de geschikte capaciteiten beschikken voor het hoger onderwijs.
- cijfer
- Wij beschikken niet over cijfers over de verhouding tussen beide groepen.
- collectie
- Zelf beschikte de man over een indrukwekkende collectie Rolls Royces.
- diploma
- De kandidaten moeten niet over een diploma hoger onderwijs beschikken .
- document
- Verschillende media beschikken over deze documenten .
- ervaring
- De leden van het orgaan beschikken over grote bestuurlijke ervaring .
- expertise
- Zij moeten kunnen beschikken over de juiste expertise .
- gegevens
- Google beschikt over veel gegevens over menselijk gedrag.
- geld
- Wie over geld beschikt , maakt de beste kansen.
- informatie
- De dienst beschikt over alle informatie over de verschillende opleidingen.
- instrument
- We beschikken nu ook over de instrumenten daarvoor.
- kennis
- Je hoeft niet over medische kennis te beschikken .
- kracht
- Je moet beschikken over functionele kracht en die heeft ze.
- kwaliteit
- Ze dachten over kwaliteiten te beschikken die ze simpelweg niet hadden.
- macht
- Ze beschikken over de nodige macht ', zei hij.
- materiaal
- Zo kan iedereen over vergelijkbaar materiaal beschikken .
- meerderheid
- De Republikeinen beschikken in beide kamers over een meerderheid .
- middel
- Je bent pas vrij als je over je eigen middelen beschikt .
- mogelijkheid
- Het Europees Parlement beschikt nog over te weinig mogelijkheden om besluiten tegen te houden.
- netwerk
- Wij beschikken over een bevaarbaar netwerk van 1.100 kilometer.
- papier
- Volgens het stadsbestuur beschikken de uitbaters echter niet over de juiste papieren .
- recht
- En we moeten ook beseffen dat we beschikken over rechten die we kunnen afdwingen.
- ruimte
- We beschikken over enorm veel ruimte en trachten die zo optimaal mogelijk te benutten.
- speler
- Het beschikt over goede, jonge spelers , maar het evenwicht is totaal zoek.
- systeem
- Gelukkig beschikken we in Nederland over een bijzonder betrouwbaar systeem van elektriciteitsvoorziening.
- talent
- Maar hier toont Willem dat ook hij over een groot talent beschikt .
- troef
- Londen beschikt over vele troeven .
- vaardigheid
- Ten slotte moet hij ook over journalistieke vaardigheden beschikken .
- vergunning
- Deze winkels moeten ook over een vergunning beschikken .
- vermogen
- De stichting beschikt over een vermogen van zo’n 13,5 miljard euro.
- wapen
- Laten we niet vergeten dat elke kant over nucleaire wapens beschikt .
iemand of iets heeft iets of iemand en kan er zo nodig gebruik van maken- Ze beschikken daarvoor over een budget van 250.000 euro .
- (meer voorbeelden)
- 2iemand of iets beschikt zo over iets
- God
- God beschikt over leven en dood , niet wij .
- lot
- Als het lot anders had beschikt had zijn leven zich niet eens in Libanon afgespeeld .
- mens
- Feitelijk is het echter een fictie dat de hedendaagse mens over zichzelf beschikt .
- anders
- Het lot beschikte anders .
- leven
- Eerder primeert de gedachte dat een mens over zijn eigen leven mag beschikken .
- leven en dood
- „ God beschikt over leven en dood , niet wij .
iemand of iets beslist (zo) (over iets)- Het lot beschikte anders.
- Feitelijk is het echter een fictie dat de hedendaagse mens over zichzelf beschikt .
- (meer voorbeelden)
- 3iemand of iets beschikt iets
- God
- God beschikt alles .
- lot
- Het lot had het zo beschikt dat het eerste werk in het Duits dat werkelijk mijn leven binnentrad de Grondsteenmeditatie was .
iemand of iets beslist iets- God beschikt alles.
- (meer voorbeelden)
weinig frequent - 4iemand kan of mag beschikken(vooral in) Belgiëiemand kan of mag gaan
- Na hun verhoor konden de twee beschikken.
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe