meten (opmeten)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Biologen meten het effect van kunstlicht op de natuur.

Je bloeddruk wordt gemeten en je urine nagekeken.

Die 2,9 procent is gemeten ten opzichte van de achterstand die we al hadden in 1996.

In groep 5, ze was 9, kwam de GGD op school de kinderen meten en wegen.

Van heel veel talen is nooit precies gemeten wat ze op dit gebied doen.

Ze dachten erover na of je integriteit kunt meten.

Het pompte voortdurend lucht om het gehalte roetdeeltjes te meten.

Zo blijft Hollywood met twee maten meten.

Er werden daarbij windsnelheden van zo' n 250 kilometer per uur gemeten.

Hoe meet je of achterstand effectief is bestreden?

Het succes van Heerenveen meet je aan andere dingen.

In elke soort wordt de kwaliteit niet enkel beschreven maar ook gemeten.

Men meet het totaal IgE.

Natuurlijk, leed laat zich moeilijk meten, laat staan in geld uitdrukken.

Hoe dan ook is er asbest gemeten ', reageert Ria Plasschaert.

De overheid moet de kwaliteit van ­zieken - en rusthuizen meten en publiek maken.

We testen en meten constant.

Wij meten in dit land met twee maten.

Dan wordt gemeten of de pijlers gaan verzakken, zoals eerder gebeurde.

In 45 procent van de gemeenten met cameratoezicht is het effect ervan wél gemeten.

Meet ondertussen de dikte van de vis op zijn dikste punt.

Het RIVM meet nu nog vooral de concentratie fijnstof.

Hij meet haar lengte: 137.

Dat suikerverbruik is te meten met een scanner.

Sensoren meten hoe hard je trapt en hoeveel motorische steun je daarom nodig hebt.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

apparaat

bedrijf

bureau

computer

expert

onderzoek

onderzoeker

overheid

satelliet

sensor

(3 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

activiteit

afstand

bloeddruk

concentratie

daling

druk

effect

geluk

gewicht

hartslag

(9 meer)

pronomen

alles

veel

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

continu

correct

direct

exact

goed

moeilijk

nauwkeurig

objectief

precies

systematisch

(1 meer)

prepositiegroep

met:

twee maten

naar:

... maatstaven

naar:

...

aan de hand van:

...

over:

...

bij:

...

in:

...

met behulp van:

...

onder:

...

per:

...

sinds:

...

ten opzichte van:

...

tussen:

...

bijzin ingeleid door

waar

hoe

wat

welk

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij meten?

bedoelen

beginnen

blijven

kunnen

laten

moeten

proberen

vallen

willen

zijn

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met meten?

analyseren

controleren

rekenen

wegen

weten

bijzin ingeleid door

dat

of

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.