De politie durft zich er nauwelijks te vertonen.
Ik begrijp dat hij zich daar zelden of nooit vertoont.
Al twaalf jaar heeft hij zich niet meer vertoond in zijn land.
De opeenvolgende financieel bestuurders vertonen zich zelden bij het vastgoedbedrijf.
Durft u zich nog te vertonen op internationale vergaderingen?
Hoe durf je je hier nog te vertonen, kreeg ze te horen.
In de sportschool zelf kun je je niet meer vertonen in een grijze joggingbroek.
Je zou denken: die houdt zich koest en vertoont zich zeker niet op tv.
Hij vertoont zich amper nog in het openbaar.
De man die in 2012 het WK binnenhaalde mag zich deze zomer niet vertonen op de tribunes.
Sterker, als die zich vertonen, is het pas echt bal.
Twaalf dagen geleden vertoonde zij zich voor het laatst in het openbaar.
Uw voorgangers vertoonden zich nauwelijks in het publieke domein.
Slechts één man vertoont zich in traditionele snit.
De voetballer kan zich nauwelijks in het openbaar vertonen – hij gaat niet zonder bewaking de deur uit.
Op deze kille aprildag vertoont niemand zich buiten.
Geen enkele walvishaai vertoonde zich in verschillende oceanen.
Dus als hij zich in het openbaar vertoont, is dat altijd onherkenbaar.
Hij vertoonde zich aan enkele vrouwen, nadat zij zijn graf leeg hadden aangetroffen.
De paar keer dat hij zich in openbaar vertoonde, was hij meestal dronken.
Nu onze politici zich graag vertonen in het gezelschap van onze voetbaliconen, kunnen zij misschien sturend optreden.
Ze hoefden zich maar te vertonen of ik kreeg er een sik van.
Ze vertonen zich minder als skinheads, maar zijn trendy en goed opgeleid.
"Overaccumulatie" vertoont zich op verschillende manieren.
Mogen zij zich in een café vertonen?
bepaling
Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men zich?
adverbium
amper (nog)
nauwelijks
niet (meer)
nog
zelden
zelden of nooit
bepaling
prepositiegroep
...
- subject
- object
- indirect object
- verbum finitum
- zich
- bepaling
- predicatieve aanvulling
- voorzetselobject
- 1iemand of iets vertoont iets film
- dvd-speler
- Een mobiele dvd-speler vertoont films op elke tv en pc in huis , caravan of boot .
- festival
- Mag het eerbiedwaardige festival wel films vertonen die niet zijn bedoeld voor de bioscoop , maar voor een website ?
- tv
- De tv in de woonkamer vertoont een Afrikaanse muziekvideo , de muren zijn kaal en op de grond ligt zeil .
- documentaire
- In de klas wordt een documentaire vertoond over een zwangere scholier .
- film
- Er worden ook korte films vertoond van tien tot dertig minuten .
iemand of iets laat op een scherm een film zien aan een publiek- Op een groot scherm wordt daar een film vertoond waarin hij al even kalm als nu vertelt over zijn leven .
- (meer voorbeelden)
- 2iemand of iets vertoont iets kunsten
- kunst
- Basketballers vertonen hun kunsten tijdens de Europese én wereldkampioenschappen 3x3 basketbal .
- kunstje
- Vanaf een hoge duiktoren vertonen ze hun halsbrekende kunstjes alvorens in het water te belanden .
iemand of iets laat zijn kunsten zien aan een publiek- In het filmpje vertoont Sinbad , een treurigmakende goochelaar op leeftijd , zijn kunsten .
- (meer voorbeelden)
- 3iemand of iets vertoont iets gedrag, emotie, eigenschap
- crimineel
- Genetische kwetsbaarheid leidt niet sowieso tot crimineel gedrag en niet elke crimineel vertoont dezelfde genetische kwetsbaarheid .
- dier
- De meeste dieren vertonen abnormaal en zwaar gestoord gedrag .
- jongere
- Onze jongeren vertonen relatief veel delinquent gedrag .”
- kind
- Sommige kinderen vertonen agressief gedrag , zijn bang voor brand en voelen zich onveilig .
- mens
- ,, De mens vertoont anti-Darwinistisch gedrag .
- vrouw
- Bestaan er dan geen vrouwen die gedrag vertonen dat vergelijkbaar is met dat van de foute man ?
- gedrag
- Sociale vergelijking : men wil sociaal wenselijk gedrag vertonen .
- neiging
- Het is haar manier om te zeggen dat wij de collectieve neiging vertonen om bij rampen als toeschouwer te fungeren in plaats van in te grijpen .
iemand of iets laat een gedrag, emotie of eigenschap van zichzelf zien- De nertsen zitten op elkaar gepropt in hun hokjes en vertonen stress en ernstig afwijkend gedrag .
- (meer voorbeelden)
- 4iets vertoont gedragiets laat een bepaalde reactie zien op ingevoerde data
- We kunnen wel machines maken die intelligent gedrag vertonen .
- (meer voorbeelden)
- 5iemand of iets vertoont iets symptoom
- dier
- Geen enkel dier vertoonde tot nu toe symptomen van een ziekte .
- economie
- De Braziliaanse economie vertoont duidelijke tekens van herstel van de recessie vorig jaar .
- kind
- Het kind vertoonde volgens deskundigen alle symptomen van het shaken-babysyndroom .
- slachtoffer
- Het slachtoffer vertoonde duidelijke tekenen van onderkoeling .
- systeem
- Dergelijke cohesieve sociale systemen vertonen met andere woorden de kenmerken van een gemeenschap .
- kenmerk
- Ze was volledig gekleed en vertoonde geen uiterlijke kenmerken van geweld .
- spoor
- Het lichaam vertoonde duidelijk sporen van geweld en was half verbrand .
- symptoom
- Hij kreeg na tien minuten duiken last en vertoonde symptomen van decompressie .
- teken
- Het lichaam van het jongetje vertoonde geen uiterlijke tekenen van geweld .
- trek
- Zeker de helft vertoont de trekken van een getto , of is hard op weg dat te worden .
- trekje
- Leiders vertonen relatief vaak psychopatische trekjes , hoe komt dat ?
iemand of iets heeft iets als teken of verschijnsel- De vrouw vertoont geen enkel teken van ebola .
- (meer voorbeelden)
- 6iemand of iets vertoont {gelijkenis, overeenkomt, verschil} met iemand of iets
- school
- De organisatiestructuur van basis - en middelbare scholen vertoont akelige gelijkenissen met die van het hbo .
- werk
- Waanders ' werk vertoont overeenkomsten met de conceptuele kunst .
- gelijkenis
- Dit personage vertoont gelijkenis met hemzelf , zegt de kunstenaar .
- overeenkomst
- De berekende frequentieverdelingen vertonen een goede overeenkomst met de waarnemingen .
- parallel
- Aardig is dat de achterliggende omroeppolitiek die ze schetst parallellen vertoont met het heden .
- verschil
- De dagelijkse praktijk vertoont grote verschillen met het spoorboekje .
- verwantschap
- Zijn roep vertoont verwantschap met die van de lachduif .
iemand of iets geeft blijk van gelijkenis(sen) respectievelijk verschil(len) met iemand of iets- De huidige wereldpolitiek vertoont veel gelijkenissen met die van de negentiende eeuw .
- (meer voorbeelden)
- 7iets vertoont iets
- beeld
- De consumptie van peulvruchten vertoont een stabiel beeld .
- groei
- Alle sectoren vertonen groei , maar vooral technisch textiel doet het goed .
- lijn
- De inzet van robots op het slagveld vertoont een stijgende lijn .
- patroon
- Het middelengebruik naar leeftijd vertoont hetzelfde patroon in 1991 als in 1990 .
- trend
- Ook de werkloosheid vertoont een neerwaartse trend .
iets verloopt volgens iets of laat zich zien als iets- De werkloosheid vertoont al meer dan een jaar een stijgende lijn .
- (meer voorbeelden)
- 8iets vertoont iets
- barst
- EELTKLOVEN Soms kan eelt kloven en barsten gaan vertonen .
- plek
- De lichamen van de modellen vertonen akelige blauwe plekken en krassen .
- scheur
- Onze huizen vertonen scheuren en zakken weg .
iets heeft iets op het oppervlak- Het asfalt vertoont barsten en bulten , wat gevaarlijk is voor de renners .
- (meer voorbeelden)
- 9iemand of iets vertoont iets
- barst
- Ook ons energiebeleid vertoont flinke barsten .
- gebrek
- Het bestaande democratische stelsel moet eerst ernstige gebreken vertonen .
- mankement
- De smaak van erwtensoep kan allerlei mankementen vertonen .
- tekort
- De sociale zekerheid zou slechts een tekort vertonen van 600.000 euro .
iemand of iets geeft blijk van gebreken- Ook ons energiebeleid vertoont flinke barsten .
- (meer voorbeelden)
- 10iemand of iets vertoont zich aan iemand of ergens zo of als ...
- bij
- Vier supporters mogen zich één tot drie jaar niet bij wedstrijden vertonen .
- buiten
- Ze durfde zich een jaar lang niet meer buiten te vertonen .
- in
- Ze kan zich nu niet meer in het openbaar vertonen .
- als
- Hij vertoont zich aan de hemel als twee beeldjes die hetzelfde spectrum hebben en op slechts 1,5 boogseconde van elkaar staan .
- Ze vertonen zich minder als skinheads , maar zijn trendy en goed opgeleid .
- in
- In de sportschool zelf kun je je niet meer vertonen in een grijze joggingbroek .
iemand of iets laat zich (aan iemand) of (ergens) of (zo) zien, of laat zich zien (als ...)- Hij vertoont zich amper nog in het openbaar .
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe