bezigheid

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Een van mijn favoriete bezigheden is wandelen in het bos.

Ik ga elke dag op therapie, zodat ik mijn bezigheid heb.

Ik had niets hier, geen vrienden, geen bezigheden.

Hun voornaamste bezigheid bestaat erin hun vriendinnen te ontvangen.

Handwerken is zeker geen oubollige bedoening, maar een leuke creatieve bezigheid.

Kunst maken is een eenzame bezigheid.

Hun voornaamste bezigheid bestaat uit het rondhangen bij een paar bankjes in het park.

We willen deze mensen een zinvolle bezigheid geven in afwachting van een beslissing over hun asielprocedure.

Kneden, kappen, breken: beeldhouwen is een fysieke bezigheid.

Hij heeft genoeg andere bezigheden, zegt hij.

Je hebt je bezigheid wel, hé?

Ik zocht een andere bezigheid.

We roddelen allemaal, het is een van de meest geliefde bezigheden van de mens.

Iedereen heeft ondertussen zijn drukke bezigheden.

Mensen laten hun slaap en alle bezigheden schieten om dagen - of nachtenlang te surfen.

Voor veel mensen met een hartaandoening zijn alledaagse bezigheden helemaal niet zo gewoon.

Eind vorig jaar is beslist om een glasvezelnetwerk uit te rollen en dat is een erg arbeidsintensieve bezigheid.

Mijn moeder, sinds 1976 weduwe, heeft een ijzeren discipline en doet iedere dag haar huiselijke bezigheden.

Het is dan ook belangrijk om de eerste zes weken na de operatie hulp bij zwaardere huishoudelijke bezigheden te regelen.

Nu ze al een tijdje first lady van Frankrijk af is, heeft Carla Bruni weer volop tijd voor haar artistieke bezigheden, en ze beperkt zich niet tot zingen.

Ook hier was de handel een belangrijke bezigheid.

Het leek hem een lucratieve bezigheid, zo'n hennepkwekerij.

Het kan zijn dat u, voor sommige dagelijkse bezigheden, op hulp bent aangewezen.

Zoeken is een frustrerende bezigheid.

De vader heeft bezigheden buitenhuis, is gescheiden van de moeder en is door de rechter uit de ouderlijke macht ontheven.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben bezigheid als subject?

bestaan in

bestaan uit

object bij

Welke werkwoorden hebben bezigheid als object?

geven

hebben

uitoefenen

vinden

zoeken

determinator

pronomen of numerale

alle

beide

geen

verschillende

bepaling voor "bezigheid"

adjectief, participium of numerale

aangenaam

alledaags

ander

arbeidsintensief

artistiek

belangrijk

bepaald

creatief

dagelijks

druk

(38 meer)

bepaling na "bezigheid"

adverbium

buitenshuis

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

kind

mens

voor:

hamster

kind

bijzin ingeleid door

die

waarbij

"bezigheid" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

als

tijdens

zonder

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.