asfalt

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het traject krijgt een nieuwe laag asfalt.

Er komt onder meer nieuw asfalt.

Het asfalt op deze kruising moet vernieuwd worden.

Waar asfalt ligt en bebouwing staat, kan het regenwater niet de grond in.

Een dier in de natuur komt hier om de 300 meter een stuk asfalt tegen.

In New York City smelt het asfalt.

Obama beloofde als remedie voor de crisis wegen op te knappen, maar het asfalt zit vol gaten.

De ervaring leert dat meer asfalt aanleggen uiteindelijk niet leidt tot minder files.

Zo gebruiken we standaard asfalt in plaats van klinkers voor onze fietspaden.

Eerst wordt het asfalt gegoten.

Beide straten krijgen asfalt.

Het Agentschap Wegen en Verkeer legt er op verschillende plaatsen een nieuwe toplaag in asfalt aan.

Volgend jaar komt er een proefproject waarbij we stil asfalt zullen leggen.

Een aannemer zal het asfalt vernieuwen.

In 2014 komt er 149 kilometer asfalt bij.

Een strook asfalt en alle snelheidsplateaus worden er vernieuwd.

Ondanks extra asfalt zullen de files de komende jaren alleen maar langer worden.

Het nieuwe geluidsarme asfalt heeft die open poriën niet, maar wel de geluidsreducerende effecten ervan.

Met dat gesmolten asfalt was de afdaling van de Col du Perthus best gevaarlijk.

In ieder geval is preventief strooien op zeer open asfalt maar voor korte tijd effectief.

Het volledige fietspad krijgt rood asfalt en zal 1,75 meter breed zijn.

De aannemer wil het asfalt op de eerste rijstrook op de E40 tussen Aalter en Sint-Denijs-Westrem nagenoeg volledig vervangen.

Na enig doorvragen zucht een van de wegwerkers dat er voor het asfalt op onze straat tegen de 40 euro per vierkante meter wordt betaald.

Ook Ben Swift, sprinter van UAE-Team Emirates, smakte hard tegen het asfalt dinsdag.

Na de dramatische val in Luik sloeg hij ook hard tegen het asfalt in de ploegentijdrit van de Giro, uitgerekend in Belfast.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben asfalt als subject?

komen

liggen

smelten

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben asfalt als object?

aanleggen

gebruiken

gieten

krijgen

leggen

vernieuwen

weghalen

determinator

substantief

kilometer

laag

meter

soort

strook

stuk

ton

pronomen of numerale

meer

bepaling voor "asfalt"

adjectief, participium of numerale

extra

gebruikt

geluidsarm

gesmolten

glad

heet

milieuvriendelijk

nat

nieuw

open

(6 meer)

bepaling na "asfalt"

prepositiegroep of conjunctiegroep

op:

kruising

rijstrook

snelweg

straat

viaduct

weg

van:

snelweg

"asfalt" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

een toplaag in asfalt

hard tegen het asfalt [slaan, smakken]

op het asfalt liggen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

groen asfalt

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.