inenten

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Eigenlijk zou iedereen zich tegen deze ziekte moeten laten inenten.

Andere hulporganisaties hebben kinderen ingeënt, voorlichting gegeven over borstvoeding of gewoon een kliniek geopend.

Sommige ouders laten hun kinderen wel vervroegd inenten.

Omdat de kittens allerlei ziektes mee kunnen brengen, ent ik mijn eigen katten jaarlijks in tegen de niesziekte.

In Nederland worden kinderen tegen de ziekte ingeënt.

Ze entten 17 proefpersonen in met een vaccin tegen een variant waar ze nog niet eerder mee besmet waren.

Het is mogelijk dieren in te enten zodat ze de ziekte niet krijgen.

Amper de helft van de kinderen wordt er tegen kinderverlamming ingeënt.

Ze werden, wegens de oorlog, nooit ingeënt tegen polio.

Op een boerderij in het dorpje Pouilly-le-Fort entte hij vijfentwintig schapen in met zijn vaccin, terwijl hij vijfentwintig andere schapen onberoerd liet.

Opmerkelijk: de medewerkster was volledig ingeënt tegen de mazelen.

Ze waren ook niet ingeënt tegen rabiës.

Ze waren onderweg om kinderen tegen polio in te enten.

Je kunt je kind laten inenten bij de GGD.

Veel kinderen werden daardoor niet ingeënt tegen mazelen.

In de ziekenhuizen liet slechts 40 procent zich inenten tegen de griep.

Heel wat kinderen op die scholen waren niet ingeënt tegen de mazelen.

Opnieuw inenten tegen tetanus om de vijftien jaar is aan te bevelen.

Ze hebben tot 31 oktober de tijd om hun kinderen te laten inenten.

Wakefield raadde ouders af om hun kinderen nog te laten inenten.

De provinciale regering van Sindh gaat kinderen tegen de mazelen inenten.

Als je je kinderen niet inent, laat dan ook de vogels met rust.

Ze hadden sneller ingeënt kunnen worden.

We hebben ons met zijn allen zo goed ingeënt met een flinke dosis cynisme dat we niet langer vatbaar blijken voor een potentiële goednieuwsshow.

' Als je besmet bent, heeft het alsnog zin om je in te enten, want je kunt de ziekte daarmee terugdringen.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

baby

bewoner

dier

fret

helft

kind

konijn

meisje

mens

procent

(1 meer)

pronomen

je

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

gratis

niet

nooit

preventief

verplicht

volledig

prepositiegroep

met:

dosis

vaccin

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tegen:

C-type

MKZ

MKZ-virus

baarmoederhalskanker

difterie

griep

hepatitis

hond

hondsdolheid

hpv

(23 meer)

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij inenten?

laten

mogen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.