vooroordeel

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Er is veel discriminatie en er bestaan veel vooroordelen.

Dikwijls volstaan argumenten niet om vooroordelen te weerleggen.

Je moet niet vanuit vooroordelen werken.

De aanslagen hebben vooroordelen bevestigd of zelfs versterkt.

Ik heb geen vooroordelen.

Het is kritiek op basis van vooroordelen.

Die vooroordelen kloppen natuurlijk niet.

Vooroordelen overwin je niet door mensen te zeggen dat ze ongelijk hebben.

Ze vecht tegen het hardnekkige vooroordeel dat een dochter minder is dan een zoon.

Heel diepgewortelde antisemitische vooroordelen kwamen aan de oppervlakte.

Zij moeten tegen die vooroordelen opboksen.

Een vooroordeel dat ik al jaren bestrijd.

Ze liet zich door de vooroordelen tegen vrouwen niet weerhouden.

Je citeert hier een hardnekkig vooroordeel, geen feiten - want alle feiten spreken je tegen.

Ook impliciete vooroordelen spelen een belangrijke rol.

Wat zijn de wederzijdse vooroordelen en misverstanden?

Sensationele incidenten halen ondertussen de pers en bestendigen de heersende vooroordelen.

Is het aan soapmakers om vooroordelen weg te nemen?

Maar wat is er waar van de zeven grootste vooroordelen over korfbal?

Als je als makelaar je vooroordelen niet opzij kunt zetten, kun je een verkoop compleet missen.

Wie zijn zij en welke vooroordelen komen ze tegen?

Wat we aan eventuele vooroordelen hadden, is nu wel verdwenen.

Ik begin last te krijgen van mijn eigen vooroordelen.

Er volgden rellen, en een onderzoek waarin raciale vooroordelen aan het licht kwamen.

Mannen hebben dus óók last van vooroordelen?

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben vooroordeel als subject?

bestaan

blijven

een rol spelen

heersen

kloppen

komen

leven

ontstaan

verdwijnen

werken

(1 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben vooroordeel als object?

aanpakken

aanwakkeren

bestrijden

bevestigd zien

bevestigen

bijstellen

blootleggen

doorprikken

herkennen

kennen

(13 meer)

determinator

pronomen of numerale

aantal

alle

enkele

geen

hoop

meer

minder

veel

bepaling voor "vooroordeel"

adjectief, participium of numerale

antisemitisch

bekend

bepaald

bestaand

cultureel

diepgeworteld

eigen

eventueel

groot

hardnekkig

(13 meer)

bepaling na "vooroordeel"

prepositiegroep of conjunctiegroep

over:

groep

islam

man

mens

vrouw

van:

buitenstaander

kijker

meerderheid

mens

samenleving

tegen:

jood

mens

vrouw

tegenover:

mens

vluchteling

in:

onderwijs

jegens:

mens

bij:

werkgever

uit:

jeugd

verleden

"vooroordeel" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

door

met

op basis van

tegen

vanuit

zonder

"vooroordeel" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

last van vooroordelen

op basis van vooroordelen

tegen vooroordelen opboksen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met vooroordeel?

cliché

misverstand

stereotype

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.