vergroten

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De crisis heeft de sociale ongelijkheid vergroot en de euroscepsis versterkt.

De beste manier om je kansen te vergroten is wetenschappelijk onderzoek doen.

Het bedrijf zegt veel te moeten investeren om het marktaandeel te vergroten.

De bankverzekeraar hoopt zo zijn naamsbekendheid in de wereld te vergroten.

Door zo te werk te gaan, vergroot je het vertrouwen van je klant.

Te dik zijn vergroot de kans op suikerziekte en hart - en vaatziekten.

De musea zijn erin geslaagd hun aantrekkingskracht op het publiek te behouden en zelfs te vergroten.

Om die veiligheid te vergroten zijn een aantal afspraken gemaakt.

Klanten kopen volgers om hun online status te vergroten.

In 1998 was het noodzakelijk de capaciteit te vergroten.

Hoe vergroot je als museum je kansen op die prijs?

Die houding vergroot volgens haar ook de kans op herhaling.

Kan het onderwijs een rol spelen om de veiligheid te vergroten?

Bij hen is het potentieel om de oogsten te vergroten enorm.

Een lage rusthartslag vergroot de kans op een langer leven.

Iedere gelegenheid wordt aangegrepen om onze culturele bagage te vergroten.

Het allerbelangrijkste is de betrokkenheid van mensen te vergroten.

Later volgden meer initiatieven om de ergonomie te vergroten.

In de tussentijd werd haar naamsbekendheid nog vergroot door een wereldwijde rel.

Het gebrek aan een partner vergroot het gevaar om arbeidsongeschikt te raken.

Een echte kwijtschelding zou de kans op een duurzaam herstel aanzienlijk vergroten.

De teruglopende vraag dwong de directie het aanbod steeds verder te vergroten.

Onbevangenheid vergroot de kans dat een placebopil tegen de pijn werkt.

De raad noemt herstel van deze stap noodzakelijk om het vertrouwen te vergroten.

Bedoeling was de biodiversiteit van het woud te vergroten.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

borsten

capaciteit

draagvlak

impact

invloed

kans

kennis

macht

marge

marktaandeel

(10 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanmerkelijk

aanzienlijk

drastisch

enorm

flink

fors

onnodig

sterk

verder

prepositiegroep

door middel van:

...

door:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij vergroten?

kunnen

moeten

willen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met vergroten?

verkleinen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.