zoon

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik heb nog een dochter en twee zonen.

In wat voor wereld groeit mijn zoon op?

Het paar heeft twee zonen en twee dochters.

Ze hebben twee zonen, de tweeling Peter en Paul.

Moeder Florence voedde haar zoon heel beschermend op.

Haar zoontje is één maand oud.

In 1953 beviel ze van haar enige zoon.

Daar zullen we Gods Zoon zelf ontmoeten in zijn woord.

We hebben een zoon van 44 jaar verloren aan kanker.

Na zijn pensionering in 1977 namen drie zoons het bedrijf over.

Beide moeders dachten hun zoon te helpen, maar deden het tegenovergestelde.

Hij is juist trots dat hij zijn zoon heeft geholpen.

Sinds de geboorte van zijn zoon is hij tot inkeer gekomen.

Ik heb drie kinderen, een dochter van veertien en twee zoontjes van negen en drie jaar.

Hij was duidelijk de zoon van zijn vader.

Onze beide zoons zitten op dezelfde middelbare school.

Ze combineren hun werk met de zorg voor hun zoon, die diabetes heeft.

Als Ajax thuis speelt ga ik naar het stadion met mijn zoon.

De vader is op deze foto achtenveertig en de zoon zeven.

De zoon van een fabrieksdirecteur was voorbestemd om ingenieur te worden.

Andrew, een vriend van mijn zoon, deelt mijn verbazing.

Een balletdanseres, die hem vier talentvolle zonen zou schenken.

Dan volgt het koningschap van zijn zoon Salomo.

Willy is Kims stiefvader, maar beschouwt hem als zijn zoon.

Zij geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben zoon als subject?

opgroeien

overnemen

studeren

thuiskomen

vertellen

voetballen

vragen

wonen

object bij

Welke werkwoorden hebben zoon als object?

adopteren

baren

besnijden

helpen

meenemen

ontvoeren

opvoeden

verliezen

vernoemen

verwekken

determinator

substantief

Gods

soort

pronomen of numerale

beide

ene

bepaling voor "zoon"

adjectief, participium of numerale

enig

geadopteerd

gehandicapt

jong

middelste

oud

overleden

pasgeboren

volwassen

bepaling na "zoon"

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

God

immigrant

koning

moeder

ouder

president

prins

vader

uit:

familie

huwelijk

relatie

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met zoon?

broer

dochter

kleinzoon

schoondochter

vader

vrouw

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.