verhuren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Wij verhuren of verkopen veel hulpmiddelen aan gemeenten.

We hebben onze huizen verhuurd en onze banen opgezegd.

Heel wat aanbieders verhuren ook meerdere woningen of kamers tegelijk.

Ze mogen ook geen huizen meer verkopen of verhuren.

Volgens de omwonenden werd de woning verhuurd aan een jong stel.

Vanaf dat moment kunnen de woningen verhuurd of verkocht worden.

Wij verhuren en verkopen deze bloemstukken aan bedrijven en particulieren.

De vastgoedeigenaren beslissen zelf aan wie zij de panden verhuren.

Het huis aan de overkant is verhuurd aan Amerikanen.

In elke straat worden nu woningen verhuurd aan toeristen.

Ik zou mijn huis nooit aan vreemden verhuren.

De huurmaatschappijen bouwen sociale woningen om ze te verhuren aan sociale voorwaarden.

We hebben geconstateerd dat het huis naast u is verhuurd aan toeristen.

De helft van het huis wordt doorgaans verhuurd aan expats.

Die panden zouden kunnen worden verhuurd aan de corporatie.

Het huis wordt nu verhuurd op dagbasis aan bedrijven.

Een Amsterdams appartement werd ondanks een verbod, steeds weer verhuurd aan toeristen.

We knappen het huis op, en verhuren het aan een sociaal tarief.

Sociale verhuurkantoren verhuren woningen aan kansarmen, en zorgen tevens voor sociale begeleiding.

Zo mag woonruimte voor maximaal twee maanden per jaar worden verhuurd aan toeristen.

Buurtbewoners klagen steeds meer over overlast door huizen die aan toeristen zijn verhuurd.

Ik verhuur een appartement aan een bedrijf en betaal belasting op de huurgelden.

Particulieren stellen hun huizen ter beschikking of verhuren kamers voor 200 dollar per maand.

Wie het nu nog kan betalen koopt een appartement en verhuurt het aan toeristen.

Huisbazen die slechte woningen verhuren krijgen tijd om die woning in orde te stellen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

aanbieder

bedrijf

club

corporatie

eigenaar

mens

particulier

verhuurder

verhuurkantoor

woningcorporatie

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

appartement

auto

dienst

fiets

flat

gebouw

grond

huis

kamer

kantoor

(10 meer)

pronomen

alles

dat

deze

die

hem

het

ze

zich

zichzelf

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aan:

bedrijf

club

derde

gast

gebruiker

gezin

mens

particulier

student

toerist

(1 meer)

pronomen

hem

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

commercieel

deels

goed

illegaal

niet

niet meer

permanent

snel

tijdelijk

toeristisch

(3 meer)

prepositiegroep

voor:

activiteiten

evenementen

feesten, feestjes

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verhuren?

kunnen

mogen

willen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met verhuren?

verkopen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.