borrel

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

We drinken een borrel met de Nederlandse delegatie.

Na de thee nemen we een borrel.

Willem-Alexander kreeg de Limburgse borrel Els La Vera aangeboden.

Ik heb veel borrels, waarbij werk en privé vaak door elkaar heen lopen.

Na afloop van de bijeenkomst zal er een borrel worden aangeboden door de SER.

Er komt een man een café binnen en bestelt vier borreltjes tegelijk.

Koud borreltje erbij, tralala, wie zegt dat het geen feest is vandaag.

Vrijdagavond bezocht ik de jaarlijkse borrel van de uitgeverij die het allemaal mogelijk maakt.

Hij loopt naar binnen en zegt tegen de kastelein:" Doe mij een jonge borrel."

En dat scheelt voor een gezin een slok op de borrel.

Ze houden een eigen borrel, ergens in het centrum van Utrecht.

En telkens maakte hij dezelfde wandeling naar de koelkast om een borreltje in te schenken.

En natuurlijk lusten ze ook wel een borreltje, anders begin je er niet aan.

De broer excuseerde zich, hij had al wat borrels op.

En eens per jaar organiseert De Nederlandsche Bank een borrel voor de Nederlanders in Frankfurt.

Tussendoor worden borreltjes geschonken.

Vroeger bedwong ik mijn zenuwen met een paar borrels.

Het klassieke concert wordt omlijst met glühwein, aansluitende borrel en een paar „ bijzondere acties".

Een fijne collega wordt fijner, een gezellige borrel gezelliger, maar een rotklus nog vervelender.

Vrijdagavond bezocht ik de jaarlijkse borrel van de uitgeverij die het allemaal mogelijk maakt.

Hij loopt naar binnen en zegt tegen de kastelein:" Doe mij een jonge borrel."

Twee Schotten verlaten hun stamkroeg na een stevige borrel.

Elke derde vrijdag van de maand een gezellige borrel in café Willem Slok.

Tijdens de borrel na afloop bespreek ik met projectleider Mario het plan voor morgen.

Als museum heb je een unieke locatie die je kunt verhuren voor borrels en feesten.

doe mij (maar) een {borrel, ...} (geef mij (maar) een {borrel, ...})

geef mij (maar) een {borrel, ...}

((vooral) in Nederland)

Hij loopt naar binnen en zegt tegen de kastelein:" Doe mij een jonge borrel."

Betekenissen

object bij

Welke werkwoorden hebben borrel als object?

aanbieden

bestellen

bezoeken

doen

drinken

hebben

houden

inschenken

lusten

nemen

(5 meer)

determinator

substantief

paar

bepaling voor "borrel"

adjectief, participium of numerale

aansluitend

gezellig

jaarlijks

jong

stevig

bepaling na "borrel"

adverbium

erbij

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

café

na:

afloop

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met borrel?

feest

wijn

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

een borrel(tje) lusten

een slok op {een, de} borrel schelen

met een borrel(tje) te veel op

{een borrel (te veel), [zo veel] borrels (te veel), wat borrels} op hebben

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.