motiveren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De jury hoeft haar beslissing niet te motiveren.

Ouders zouden hun kinderen juist moeten motiveren om minder televisie te kijken.

Hoe moeilijk is het om je daarvoor te blijven motiveren?

De provincie had de beslissing niet genoeg gemotiveerd.

In onze motivatie motiveren we waarom we niet anders kunnen.

Ik heb de laatste maanden moeite me te motiveren.

Je moet vertrouwen geven en mensen motiveren hun leven weer op te pakken.

Ze waren allemaal gemotiveerd om te stoppen met roken.

Men is niet gemotiveerd om de relatie op het spel te zetten.

Hij kon als geen ander mensen motiveren en samenbrengen.

De Belgische ex-wereldkampioen kan zich niet meer motiveren.

Hij was niet meer te motiveren om hard te werken aan de voorbereiding van het eerste debat.

Straks op de universiteit zal het makkelijker zijn mezelf te motiveren.

Uiteraard moeten wij die aanvraag motiveren met een inhoudelijke verantwoording.

Ik hou van bouwen, ik hou ervan om mensen te motiveren.

Kon hij haar niet meer motiveren om in beweging te blijven?

Angst oproepen kan dan motiveren om het ongezonde gedrag te veranderen.

Religies zijn krachtige middelen om mensen te motiveren bepaalde handelingen te stellen.

Wie wel voorleest kan kinderen net motiveren om zelf meer te lezen.

Een team van gezondheidsonderzoekers wil hen motiveren om gezonde keuzes te maken.

Het kamp dat zijn achterban kan motiveren daadwerkelijk te stemmen, wint morgen.

Een financiële vergoeding is nodig om mensen te motiveren, bijvoorbeeld om te werken.

Vraag eens aan docenten hoeveel studenten zij kunnen motiveren om te kiezen voor wetenschapsbeoefening.

Om anderen te motiveren moet je eerst jezelf motiveren, doelen stellen voor jezelf.

De rechter moet goed motiveren waarom een dwangmiddel tegen een journalist mag worden ingezet.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

burgemeester

directeur

directie

jury

onderzoeksrechter

overheid

rechtbank

rechter

regering

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

beslissing

besluit

jongere

keuze

kiezer

kind

leerling

medewerker

mens

ouder

(5 meer)

pronomen

dat

dit

elkaar

haar

hem

hen

je

me

mij

ons

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

duidelijk

economisch

enorm

goed

ideologisch

inhoudelijk

moeilijk

onvoldoende

politiek

racistisch

(5 meer)

prepositiegroep

door:

haat

met:

argument

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tot:

prestatie

voor:

school

werk

wiskunde

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met motiveren?

inspireren

bijzin ingeleid door

(om) te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.