verwaarlozen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Hij heeft tijdens zijn carrière zijn kinderen verwaarloosd.

De kinderen van deze ouders lopen kans emotioneel verwaarloosd te worden.

Door de chronische armoede wordt de opvoeding van kinderen verwaarloosd.

Jarenlang werd het gebied verwaarloosd door de regering.

Het risico om bij de hulpverlening te worden besmet is te verwaarlozen.

Ze hoorde van leerlingen die thuis mishandeld werden, verwaarloosd, of erger.

Het gevolg is vaak dat zo' n kind verwaarloosd wordt of te weinig aandacht krijgt.

De tijdswinst die ze maken door recht door de wijk te rijden, is te verwaarlozen.

Zijn vader, die hem jarenlang had mishandeld en verwaarloosd, was nu opeens aardig tegen hem.

Zijn biologische moeder moest hem afstaan, omdat hij werd verwaarloosd.

Door jezelf te verwaarlozen, ga je je vervelend voelen.

Heeft iemand die zich een leven lang verwaarloosd heeft ook recht op die magische pil?

Dergelijke sterfgevallen treffen lang niet altijd bejaarden of sociaal gehandicapten die zich in de loop der tijd volledig hebben verwaarloosd.

Enkele van de dieren waren volgens de politie ernstig verwaarloosd.

De renners hebben hun lichamelijke conditie te zeer verwaarloosd.

Vooral dat laatste element is niet te verwaarlozen.

De aandacht voor milieuaspecten in beide onderzoeken valt te verwaarlozen.

Ook veiligheid op het werk werd verwaarloosd, met noodlottige gevolgen.

De taalnorm wordt in deze benadering bijna verwaarloosd.

Je voeten torsen je hele gewicht en toch worden ze vaak verwaarloosd.

Ik ken geen enkele ernstige stielman die zijn gereedschap verwaarloost.

Moeders verwaarlozen hun kinderen omdat ze ganse dagen chatten.

Ze zijn onverschillig en verwaarlozen hun kinderen.

Tot de doelgroep behoren ook mensen die zwerven of zichzelf ernstig verwaarlozen, maar geen hulp zoeken.

Hij dronk te veel, was manisch-depressief, verwaarloosde zijn kinderen en hield maar matig van zijn medemens.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

land

mens

moeder

ouders

politiek

regering

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

belang

dier

domein

effect

factor

gebit

gebouw

gezin

huis

infrastructuur

(10 meer)

pronomen

alles

hem

ze

zich

zichzelf

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

compleet

emotioneel

ernstig

jarenlang

lang

schromelijk

stelselmatig

sterk

te veel

totaal

(1 meer)

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verwaarlozen?

mogen

zijn

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met verwaarlozen?

misbruiken

mishandelen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.