voorstellen, zich (zich inbeelden)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Zij kunnen zich voorstellen wat voor angst je hebt gehad.

U kunt zich voorstellen dat veel instellingen zich gepasseerd voelen.

Deze dagreis verliep anders dan ik me had voorgesteld.

Dat kun je je nu niet meer voorstellen.

Ik kan me niet voorstellen hoeveel pijn dat moet gedaan hebben.

Als historicus probeer ik me situaties concreet voor te stellen.

Dat zoiets op kantoren wel werkt, kan hij zich voorstellen.

Stel je voor dat hem iets zou overkomen!

Stel je voor dat wij dat hier ook zouden doen!

Ik kan me voorstellen dat het voor jonge mensen anders is.

Ik heb me nooit kunnen voorstellen hoe ingrijpend deze beslissing is.

Ze zijn altijd anders dan je je voorstelt.

Ik kan me voorstellen dat hij enorm naar deze wedstrijd uitkijkt.

Ik probeer me niet voor te stellen wat daarbinnen is gebeurd.

Ik kan me niet voorstellen hoe hij daarna nog verder kan leven.

Ik kan me niet voorstellen dat een politicus dat nu zou durven.

Velen kunnen zich dat niet voorstellen en vinden dit ongeloofwaardig.

Stel je eens voor dat er geen verkeersregels zouden zijn.

Een kwart kan zich ongerustheid hierover voorstellen maar deelt deze zelf niet.

Ik kan me niet voorstellen dit in Nederland ooit ergens te zullen zien.

Ik kan het me bijna niet voorstellen.

Je kunt je niet voorstellen hoe in die dictatuur met mensen werd omgegaan.

Aleksanders moeder kan zich niet voorstellen dat haar zoon zo'n fout zou maken.

Stel je voor wat een chaos dat gaat opleveren.

Je kunt je voorstellen dat ze daar niet blij mee zijn.

subject

Wie of wat (...) zich?

substantief

mens

pronomen

hij

ik

je

men

u

we

wij

ze

object

Wie of wat (...) men zich of wordt (...)?

substantief

leven

situatie

toekomst

vrouw

pronomen

dat

dit

hem

het

iets

niets

veel

weinig

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men zich?

adverbium

concreet

gemakkelijk

levendig

moeilijk

nauwelijks

niet

visueel

prepositiegroep

bij:

...

bijzin ingeleid door

hoe

wat

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij zich voorstellen?

kunnen

moeten

bijzin ingeleid door

dat

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.