constateren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ze constateren dat Britse kiezers hebben gestemd om uit te treden.

Je hoeft geen wetenschapper te zijn om dat te constateren.

Bij aankomst werd geconstateerd dat de twee waren overleden.

Helaas moet ik constateren dat mij dat niet gelukt is.

Geen korpschef of minister heeft dat ooit hardop willen constateren.

De onderzoekers kunnen moeilijk constateren of een boom ziek is.

De initiatiefnemers constateren een gebrek aan durf bij de nationale omroepen.

Dat plan heeft gewerkt, constateren de artsen tevreden.

Met tevredenheid kunnen we constateren dat die in 2001 gestalte heeft gekregen.

Waar ze lacunes constateren, lanceren ze nieuwe projecten.

Over de periode 1911-1998 is geen trend te constateren.

Inspecteurs mogen boetes opleggen zodra zij een overtreding constateren.

Hij kan constateren dat er een wanprestatie is geleverd.

De auteurs constateren een fundamentele fout in het zorgstelsel.

Ik moet constateren dat zo' n actie is uitgebleven.

Twee gebroken ribben, zal de dokter constateren.

Concrete daden heb ik evenwel niet kunnen constateren.

Deze onderzoekers constateren eveneens dat wettelijke beslistermijnen met grote regelmaat worden overschreden.

Volgens hem is het onmogelijk om bij dergelijk onderzoek hondsdolheid te constateren.

Die twee lezers hadden gelijk, ik heb het verbluft moeten constateren.

Taxateurs constateren dat schade misschien het gevolg is van achterstallig onderhoud.

Wetenschappers constateren dat een bepaalde stof een milieuprobleem veroorzaakt.

Helaas heb ik herhaaldelijk moeten constateren dat zelfregulering in de praktijk onvoldoende functioneert.

Wie echter nuchter en realistisch is, moet constateren dat de gevolgen funest zijn.

Aan het einde van de dag constateren wij dat er slechts enkele incidenten zijn geweest.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

CBS

Rekenkamer

advocaat

arts

bureau

college

commissie

dokter

hof

hoogleraar

(23 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

afwijking

besmetting

dood

feit

fout

fraude

gebrek

geval

kanker

onregelmatigheid

(8 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

al langer

eerder

later

snel

terecht

vaak

verder

prepositiegroep

in:

boek

onderzoek

rapport

na:

afloop

tot:

genoegen

schrik

spijt

verbazing

bij:

...

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

tevreden

bijzin ingeleid door

wat

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij constateren?

kunnen

moeten

mogen

vallen

bijzin ingeleid door

dat

of

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.