aanwezigheid

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Mensen zijn zich heel bewust van de aanwezigheid van een cameraploeg.

Meestal valt de aanwezigheid van die muziek niet eens op, maar het is er wel.

Ik voelde zijn aanwezigheid.

De buurtbewoners ervaren de aanwezigheid als overlast.

Het eiland dankt zijn welvaart aan de aanwezigheid van koper.

Het signaal wees op de aanwezigheid van veel metaal.

Zijn aanwezigheid werkte inspirerend.

De aanwezigheid van militairen in de straat neemt af maar verdwijnt niet.

Nederlandse tieners zitten niet echt te wachten op de aanwezigheid van hun ouders op sociale media.

Door de aanwezigheid van huisdieren wordt het huis eerder vuil.

Bij aanwezigheid van hoofdpijn heeft meer dan tweederde van de patiënten last van stijfheid van de nekspieren.

Zijn aanwezigheid geeft de cd een originele toon.

Ondanks de nadrukkelijke aanwezigheid van de bewolking wordt het nog 16 of 17 graden.

Wij kennen hun standpunten, dus hun aanwezigheid had geen toegevoegde waarde.

In aanwezigheid van beide ouders werd de baby gedoopt.

Houd rekening met de aanwezigheid van andere mensen.

De aanwezigheid van water was zeker een pluspunt en werd maximaal benut.

Hij deed dit in aanwezigheid van een van de arrestanten.

Onze aanwezigheid in de stad werd als bedreigend ervaren.

De Kamer van volksvertegenwoordigers kan de aanwezigheid van de ministers vorderen.

De zichtbare aanwezigheid van de auteur is belangrijker dan zijn of haar boeken.

De hoogleraar dankte mij voor de nadrukkelijke aanwezigheid.

De massale aanwezigheid van politiemensen blijkt nodig.

Voor hen is de beperking van menselijke aanwezigheid een gemis.

Later bleek dat het onderzoek was uitgevoerd in de directe aanwezigheid van regeringstroepen.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben aanwezigheid als subject?

betekenen

bijdragen

blijven

geven

leiden tot

maken

opvallen

verstoren

werken

zijn

(1 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben aanwezigheid als object?

bevestigen

ervaren

hebben

opvoeren

uitbreiden

vaststellen

vereisen

versterken

voelen

willen

(1 meer)

determinator

pronomen of numerale

geen

meer

bepaling voor "aanwezigheid"

adjectief, participium of numerale

blijvend

constant

dominant

fysiek

groot

massaal

menselijk

militair

mogelijk

nadrukkelijk

(2 meer)

bepaling na "aanwezigheid"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

land

regio

op:

sociale media

straat

van:

mens

militair

minister

politie

stof

"aanwezigheid" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

door

in

ondanks

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met aanwezigheid?

afwezigheid

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.