aansluiting

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Op elke kamer is een aansluiting voorzien voor het internet, telefoon en televisie.

Ze is aan een inhaalmanoeuvre bezig en heeft de aansluiting in zicht.

We moeten beter aansluiting vinden bij ons publiek.

Ook verbetert het de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

En er zat een aansluiting in de muur, maar niemand wist waar die voor was!

Wie een aansluiting mist, voelt zich bij aankomst al opgelaten.

Sindsdien hebben ze snel aansluiting gevonden bij de wereldtop.

Vlaamse kranten zoeken al jaren meer aansluiting bij hun lezers.

In sneltreinvaart vragen mensen een aansluiting aan op het internet.

Overstappen betekent comfortverlies en je loopt het risico een slechte aansluiting te hebben.

In de tweede ronde vond hij aansluiting bij de koplopers.

Ondertussen doen ze hard hun best om juist aansluiting te vinden bij die groepen.

Voor de aanleg moeten er twee aansluitingen gemaakt worden op het riool.

De meeste tieners zoeken met hun kleding juist aansluiting bij een groep.

De man was kwaad, omdat hij een vorige aansluiting gemist had bij dezelfde chauffeur.

Er moet een webbrowser geïnstalleerd zijn op de computer met een aansluiting op internet.

Door de ontzuiling hebben mensen minder aansluiting bij een groep.

In aansluiting daarop zal het overleg met de Tweede Kamer plaatsvinden.

Glasvezel is met name geschikt voor bedrijven die meerdere aansluitingen hebben.

De NPO mist de aansluiting bij de jonge generaties en met het internet.

Elke staanplaats is bovendien standaard voorzien van een elektrische aansluiting.

Het aantal rechtstreekse aansluitingen op een rotonde wordt beperkt tot de drie hoofdwegen.

We komen later aan dan gepland, maar we kunnen die en die aansluiting nog wel halen.

De regering controleert de aansluitingen.

Dat had ik zelf ook, ik vond daar geen aansluiting.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben aansluiting als subject?

komen

moeten

zijn

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben aansluiting als object?

behouden

bieden

controleren

garanderen

geven

halen

hebben

houden

krijgen

maken

(13 meer)

determinator

substantief

aantal

pronomen of numerale

alle

enige

geen

meer

meerdere

weinig

bepaling voor "aansluiting"

adjectief, participium of numerale

direct

elektrisch

enig

goed

inhoudelijk

nieuw

perfect

rechtstreeks

slecht

snel

(2 meer)

bepaling na "aansluiting"

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij:

groep

met:

publiek

top

op:

arbeidsmarkt

elektriciteitsnet

internet

netwerk

riolering

riool

stroomnet

vervoer

warmtenet

"aansluiting" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

met

op

via

"aansluiting" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

in aansluiting daarop

in aansluiting hierop

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.