afscheid

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het afscheid na vier jaar was niet hartelijk.

Is hij naar huis gegaan zonder afscheid?

Het afscheid vindt plaats in besloten kring.

Heeft u goed afscheid van hem kunnen nemen?

Hij verdient een mooier afscheid.

De naaste familie nam in zeer kleine kring afscheid van hem.

Vorige week nam hij voortijdig afscheid van de politiek.

Bok wilde geen afscheid, bloemen of kaartjes.

Ze geven elkaar bij het afscheid een hand.

Ze hebben me een geweldig afscheid gegeven.

Bij het plechtige afscheid van een overledene hoort een mooie grafrede.

Ik heb mijn afscheid nog niet verwerkt.

Ten afscheid schudt hij de hand van de verslaggever.

Na een emotioneel afscheid liet de groep witte ballonnen op.

In 2008 maakte hij zijn definitieve afscheid bekend.

Ik ging met vakantie naar Curaçao en nam afscheid van mijn collega's.

Sommige baasjes kiezen voor hun huisdier een passend afscheid.

Vorig jaar kondigde hij zijn internationale afscheid al aan.

In de lente van 2016 nam ze afscheid van de planken.

Bij mijn afscheid mag de priester het woord voeren.

In een laatste column nam hij afscheid van zijn krantenlezers.

Ik ben op haar afscheid geweest.

En ik kan absoluut geen afscheid nemen.

Met ouder worden, valt afscheid nemen mij zwaarder.

De broers van Ken willen een afscheid organiseren.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben afscheid als subject?

doen

komen

lijken

naderen

plaatsvinden

vallen

verlopen

zijn

object bij

Welke werkwoorden hebben afscheid als object?

aankondigen

bekendmaken

beleven

betekenen

dromen

geven

gunnen

krijgen

maken

nemen

(8 meer)

determinator

pronomen of numerale

elk

geen

bepaling voor "afscheid"

adjectief, participium of numerale

aangekondigd

bewust

definitief

dramatisch

echt

eigen

emotioneel

feestelijk

gedroomd

gedwongen

(25 meer)

bepaling na "afscheid"

prepositiegroep of conjunctiegroep

als

in:

mineur

van:

burgemeester

club

collega

familie

fan

kind

leider

leven

man

mens

(14 meer)

bijzin ingeleid door

dat

"afscheid" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

na

sinds

tijdens

voor

zonder

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.