vastlopen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het bootje loopt vast op een zandbank.

Navraag leert dat de gesprekken voorlopig zijn vastgelopen.

Een pc loopt vast omdat hij vol virussen zit.

Ze contacteren ons omdat ze vastlopen op hun werk.

Als het vriest, loopt de machine vast.

Na zijn dood liep het onderzoek opnieuw vast.

Trajkovski leek zich vast te lopen in de Brugse verdediging [...].

Maar de formatie in Griekenland was toen al vastgelopen.

Intussen loopt de boel hopeloos vast.

Zie daar de vicieuze cirkel waarin mensen kunnen vastlopen.

In februari liepen de onderhandelingen over nieuwe arbeidsvoorwaarden vast.

De kleinste zandkorrel doet het raderwerk vastlopen, en dan zijn de rapen gaar.

Als een kind vastloopt, niet functioneert in de klas, komt het bij mij terecht.

Voor de economie er vastliep, leek de beurs alleen maar te stijgen.

Als zijn schip vastloopt op een rots kan hij niet meer weg.

DoS aanvallen zijn aanvallen waarmee inbrekers uw computer laten vastlopen.

Deze uitdrukking verbeeldt dat mensen van het juiste spoor worden afgeleid, zodat zij zich vastlopen in het moeras.

We dreigen vast te lopen in een knelpunteconomie.

Als de verzekeraars financieel vastlopen, draaien de werkgevers op voor de factuur.

Vaak lopen deze debatten vast.

Als ze dan vastlopen op een blokkade in zichzelf kan je ze een duwtje in de goede richting geven.

Bij incidenten en bij wegonderhoud loopt het verkeer dan volledig vast.

'Bij objecten van deze grootte zou de machine vastlopen', laat een woordvoerder weten.

Als hij vastloopt, volgt altijd het zinnetje 'how do you say in English?'.

Maar omdat er bij elke zet een nieuw getal het scherm in schuift, loopt de boel al snel vast.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bespreking

boel

boot

computer

dossier

economie

formatie

gesprek

hervorming

machine

(15 meer)

pronomen

alles

die

het

iemand

ik

je

men

we

ze

zij

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

pronomen

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

compleet

helemaal

hopeloos

opnieuw

snel

steeds

tijdelijk

vaak

volledig

prepositiegroep

in:

...

op:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij vastlopen?

blijven

doen

dreigen

gaan

laten

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.