ervaren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

We wilden ervaren hoe het is om in het buitenland te wonen.

Deze evolutie wordt door de betrokkenen als zeer positief ervaren.

Men wil zelf ervaren, zelf onderzoeken, zich zelf ontwikkelen.

Onze aanwezigheid in de stad werd als bedreigend ervaren.

U inspireert velen in uw geboorteland, hoe ervaart u dat zelf?

Mensen ervaren hoe bevredigend het kan zijn iets te doen zonder winstoogmerk.

Een omgeving die wij veilig vinden, kunnen zij plots als bedreigend ervaren.

Zo wordt de natuur ervaren als heilig, als een expressie van de goddelijke krachten.

Zij ervoer dat als een bedreigende situatie.

Het kindergeschreeuw dat tijdens het boottochtje klinkt zal door weinig mensen als zinnenprikkelend worden ervaren.

Ik ervaar het als vervelend als het openbaar ministerie wordt neergezet als een nietskunnende ambtelijke organisatie.

Veel leden van die organisatie ervaren hetzelfde probleem als zij.

Nu ervaart u zelf dat de terreur nergens halt houdt.

Ze is gevangen tussen culturen en ervaart haar leven als uitzichtloos.

Vandaag heb ik het verschil zelf kunnen ervaren: 137 euro.

Over hoe zij het ervaren om elke week te moeten verkassen.

Een stad kun je bijna fysiek ervaren, zeker als choreograaf.

Andere gedetineerden ervaren zichzelf als problematisch of zijn dat voor hun omgeving.

Je ervaart je afwijking als een afschuwelijk probleem.

Het individu moet de grotere moeilijkheidsgraad ervaren als een haalbare uitdaging.

De geestelijk wakkere mens ervaart echt de nabijheid van het Goddelijke.

Hoe ruig de propagandaslag gevoerd werd, kon ik zelf ervaren.

Zij blijken hun simpeler leven als zinvoller te ervaren.

De pijn wordt als extreem heftig ervaren.

Bukken, lopen en zelfs eten wordt als pijnlijk in de rug ervaren.

nn

Dat moet je ervaren

Dat is gewoon niet uit te leggen, dat moet je ervaren.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

arts

bewoner

burger

cliënt

hond

jongere

kind

man

mens

ouder

(4 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

dag

druk

gevoel

leven

overlast

pijn

probleem

stress

tijd

wereld

(1 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

negatief

persoonlijk

positief

sterk

werkelijk

prepositiegroep

aan den lijve:

...

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

bedreigend

belangrijk

hinderlijk

moeilijk

negatief

onrechtvaardig

pijnlijk

positief

prettig

schokkend

(3 meer)

bijzin ingeleid door

hoe

wat

welk

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij ervaren?

beginnen

gaan

hoeven

kunnen

laten

moeten

mogen

willen

zeggen

zullen

bijzin ingeleid door

dat

of

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.