vrijwilliger

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De vrijwilligers werken op woensdagmiddag, zaterdag en zondag.

Hij toonde hetzelfde effect aan bij menselijke vrijwilligers.

Vrijwilligers zorgen ervoor dat de katten niet verhongeren.

Het festival telt liefst 250 vrijwilligers per dag.

Om de prijs te drukken zetten ze vrijwilligers in.

Vrijwilligers in de studie waren 152 veertienjarige gamers, die zelf mochten opgeven hoeveel uur per week ze zaten te gamen.

De inzet van vrijwilligers bij de brandweer is een onmisbaar element.

Meer dan tweehonderd vrijwilligers en studenten helpen mee.

De promovendus deed haar onderzoek met vrijwilligers afkomstig uit wijken met lage inkomens.

Met de hulp van vrijwilligers worden mensen opnieuw begraven.

Dat doen vrijwilligers uit de buurt, zij verlenen burenhulp.

In de jaren zestig wierf Stanley Milgram vrijwilligers voor een wetenschappelijk experiment dat nog altijd wereldwijd bekend is.

Werk genoeg dus voor de vrijwilligers.

Drie vrijwilligers staan op de ijsbaan.

Vrijwilligers helpen de ordediensten in de zoektocht naar overlevers.

Ter plekke geven vrijwilligers de vluchtelingen direct na aankomst kleding, eten en medicijnen.

Voor de verschillende klinische studies zijn wij vrijwel continu op zoek naar vrijwilligers.

Mijn moeder is vrijwilliger voor Amnesty en lid van de Partij voor de Dieren.

Op elke plek werkten we met vijftig vrijwilligers.

Eind januari begint in Liberia een eerste klinische studie met in totaal 27.000 vrijwilligers.

Geen enkel centrum redt het zonder de inzet van vrijwilligers.

Hij werkte daar als vrijwilliger, zij kwam regelmatig op bezoek.

Duizenden mensen melden zich aan bij het Rode Kruis als vrijwilliger.

Zo lieten drie onderzoeksters van de KU Leuven vrouwelijke vrijwilligers aan een spel deelnemen waar beloningen aan vasthingen.

Dit geld wordt in 2001 ingezet om nieuwe vrijwilligers te werven.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben vrijwilliger als subject?

bieden

brengen

geven

helpen

krijgen

langskomen

leveren

maken

meewerken

ontvangen

(10 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben vrijwilliger als object?

aantrekken

bedanken

begeleiden

inschakelen

inzetten

krijgen

ondersteunen

opleiden

oproepen

ronselen

(6 meer)

determinator

substantief

aantal

groep

handvol

leger

tientallen

bepaling voor "vrijwilliger"

adjectief, participium of numerale

Nederlands

actief

enthousiast

extra

gemotiveerd

getraind

gezond

jong

lokaal

menselijk

(5 meer)

bepaling na "vrijwilliger"

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij:

brandweer

sportvereniging

stichting

vereniging

voetbalclub

in:

buitenland

land

studie

uit:

buurt

land

omgeving

wijk

van:

kerk

organisatie

stichting

vzw

voor:

Amnesty

experiment

"vrijwilliger" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

als

door

met

voor

zonder

"vrijwilliger" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

(de) hulp van vrijwilligers

(de) inzet van vrijwilligers

(een) gebrek aan vrijwilligers

actief zijn als vrijwilliger

een netwerk van vrijwilligers

een pool van vrijwilligers

een team van vrijwilligers

een tekort aan vrijwilligers

het werk van vrijwilligers

met vrijwilligers werken

(3 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met vrijwilliger?

beroepskracht

bezoeker

mantelzorger

medewerker

organisatie

student

vereniging

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.