inpakken

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De man is momenteel druk bezig al zijn spullen in te pakken.

De afzonderlijke onderdelen had hij als cadeautjes ingepakt en over z'n bagage verspreid.

Die laat gerust zijn weekboodschappen inpakken in minstens twintig tasjes.

De Bulgaarse kunstenaar Christo pakte in 1995 de Rijksdag in Berlijn in.

Ik pak zelf mijn tas in: laptop, schoolboeken, sportspullen, kleding.

Pak uw breekbare spullen in tussen bijvoorbeeld handdoeken of beddengoed.

Alleen winkels pakten er gratis cadeautjes mee in, evenals de pieten op tv.

Vanaf de herfst zal het stadhuis in de steigers staan en ingepakt worden in zeildoeken.

Uiteindelijk ging Visser in haar eentje een weekje naar Zeeland en pakte ze twee koffers in.

Ze had het talent om haar publiek volledig in te pakken.

Hoe pak ik mijn cadeau zo zuinig mogelijk in?

De andere zes staan in de winkel, kloppen de eieren voor advocaat of pakken spullen in.

Hoe weet het bedrijf journalisten toch zo in te pakken?

De paus wist in korte tijd veel mensen in te pakken.

Ik glimlach vriendelijk en pak intussen snel mijn boodschappen in.

Pak de dozen per kamer in.

Liesje zong daar een nieuw liedje en pakte iedereen in.

Het leek Monumentenwacht veiliger om die delen in te pakken.

Ze grapt erop los en pakt het publiek moeiteloos in.

Ze pakt je in, maar zal je nooit belazeren.

Ze pakte de jury in met een stukje Puccini.

De doos wordt nu ingepakt of geschilderd als geschenk.

Ik liet het bord inpakken en ging naar huis.

Vanwege werkzaamheden is het gebouw ingepakt in plastic.

Camerapoloegen op het Haagse Plein begonnen hun boel in te pakken.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

kunstenaar

rest

vrouw

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

boodschap

cadeau

cadeautje

doos

gebouw

huis

koffer

lichaam

pakje

pers

(6 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

dik

goed

helemaal

mooi

netjes

snel

stevig

veilig

volledig

warm

(1 meer)

prepositiegroep

in:

deken

folie

krat

plastic

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tegen:

kou

vocht

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

cadeau

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met inpakken?

meenemen

verhuizen

wegwezen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

iemand inpakken

[iemand, zich] inpakken

zich laten inpakken

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.