opmerken

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

De agent merkte toen een wietgeur op.

De bewoners merkten zelf de rook op en verwittigden de brandweer.

Een Franse collega merkte terecht op dat de context van belang is.

De bestuurder had de fietsster vermoedelijk niet opgemerkt.

Op dat ogenblik werd het lek opgemerkt.

We zien wat we eerder niet hebben opgemerkt.

De vuurhaard werd snel opgemerkt en kon ook snel worden geblust.

Het punt was reeds eerder tijdens een keuring opgemerkt.

De advocaat merkt fijntjes op dat mevrouw V. niet in de rechtbank is.

Je moet wel heel veel geluk hebben dat je boek wordt opgemerkt.

Opgemerkt moet worden dat deze titels in de oorspronkelijke edities ontbreken.

Hij merkt op dat het middelgrote bedrijf bijvoorbeeld geen sterke hiërarchie kent.

In de meeste landen worden misbruiken weggewerkt zodra ze opgemerkt worden.

De kadavers zijn hen zo vertrouwd, dat ze nauwelijks nog opgemerkt worden.

Ik reageer met ongeloof: heeft ze dat echt nog niet eerder opgemerkt?

Merk wel op dat dit onderzoek reeds een decennium oud is.

Het moment dat ze je dan opmerken is goud waard.

We kunnen het raar vinden dat inspecties voorheen niets opmerkten.

Probeer iets op te merken dat je nog niet eerder zag.

Mannen hoeven nooit hun kleding aan te passen, merkte ze op.

Merk ook op dat de achtergrond mooi rustig is.

Scholen zoeken daarom naar wegen om leerlingen met problemen tijdig op te merken.

Belangrijk is wel om op te merken dat niet alle voorstellen onmiddellijk ingaan.

Merk op dat de tientallen dikker zijn afgedrukt dan de eenheden.

De dokters merkten ook op dat mijn scheenbeen niet verschoven is.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

agent

analist

bestuurder

bewoner

collega

commentator

criticus

journalist

krant

lezer

(9 meer)

pronomen

iemand

niemand

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

auto

brand

diefstal

ding

feit

fout

lichaam

man

probleem

rook

(8 meer)

pronomen

dat

haar

hem

hen

het

iets

niets

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

cynisch

droogjes

eerder

fijntjes

ironisch

laat

meteen

nauwelijks

niet

nooit

(5 meer)

prepositiegroep

op:

bijeenkomst

televisie

in:

buurt

gracht

nacht

omgeving

aan:

...

bij:

...

over:

...

predicatieve aanvulling

pronomen

zelf

bijzin ingeleid door

hoe

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij opmerken?

dienen

doen

kunnen

moeten

mogen

willen

zullen

bijzin ingeleid door

dat

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

zich laten opmerken

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.