aantonen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Dat toont ze aan in de praktijk.

Hij heeft aangetoond dat het de juiste tactiek was.

Dat toont aan hoe goed we het doen.

Er zijn voldoende bronnen die dat aantonen.

Er was één studie die een verband aantoonde.

Het toont aan hoe spannend het altijd is.

Neem ook foto's om de schade aan te tonen.

Maar dat laatste hoefde niet aangetoond te worden.

De commissie wilde aantonen dat het meisje loog.

Ik heb aangetoond dat de paalworm het hout niet eet.

Bij jongeren onder de achttien jaar is geen effect aangetoond.

Wat er nu gebeurt, toont de hypocrisie van de macht aan.

Dit document toont aan dat alle belastingen zijn voldaan.

De effectiviteit van de subsidie valt moeilijk aan te tonen.

De jongste peilingen tonen aan dat het werkt.

Maar het toont wel aan dat de controles werken.

Dat zakelijke karakter is niet altijd eenvoudig aan te tonen.

Bezit van illegale vogels is dus zeer eenvoudig aan te tonen.

Ze tonen vooral aan dat er nood is aan een gesprek hierover.

U moet wél kunnen aantonen dat jullie getrouwd zijn.

Technisch onderzoek moet aantonen wat de oorzaak van de brand was.

De politie kon echter niet aantonen dat hij een steen had gegooid.

Die herkomst moet nochtans aangetoond worden.

Wat alle cijfers aantonen, is dat het probleem zeer ernstig is.

Dat is aangetoond met metingen aan een enorme zwaartekrachtlens.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

analyse

bedrijf

boek

cijfer

crisis

ervaring

experiment

gebeurtenis

geschiedenis

incident

(10 meer)

pronomen

dat

die

dit

het

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanwezigheid

band

belang

bestaan

betrokkenheid

ding

effect

fraude

gelijk

meerwaarde

(10 meer)

pronomen

dat

die

dit

het

iets

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

duidelijk

echt

eerder

goed

haarfijn

herhaaldelijk

juist

lastig

moeilijk

mooi

(10 meer)

prepositiegroep

in:

onderzoek

studie

bijzin ingeleid door

hoe

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij aantonen?

gaan

kunnen

laten

moeten

mogen

willen

zullen

bijzin ingeleid door

dat

of

  • subject
  • object
  • verbum finitum
  • scheidbaar deel
  • bepaling
  • n.n.
  • verbale aanvulling
  • 1
    iemand of iets toont iets aan
    • aanvrager
      • Voor documenten van persoonlijke aard moet de aanvrager zijn persoonlijke belang kunnen aantonen .
    • bedrijf
      • Dat toont bijvoorbeeld het bedrijf Duynie aan.
    • bioloog
      • Dat hebben Canadese biologen nu aangetoond (Journal of Experimental Biology, 11 april).
    • boek
      • Wat toont uw boek aan?
    • cijfer
      • En de cijfers van Moesen tonen het aan.
    • experiment
      • De experimenten in Europa hadden het aangetoond : de Higgs bestaat.
    • feit
      • De feiten tonen dit aan.
    • gebeurtenis
      • De gebeurtenissen tonen wel een noodzaak aan.
    • onderzoeker
      • Sommige onderzoekers menen dat ook aan te kunnen tonen .
    • wetenschapper
      • Dat toonden Canadese wetenschappers aan in 2010.
      • dat
        • Dat toont een nieuwe studie van de VUB aan.
      • die
        • Methoden waarmee artsen tekorten kunnen signaleren, tonen die maar zelden aan, zegt Kampman.
      • dit
        • Ze heeft gelijk, onderzoek toont dit aan.
      • gelijk
        • Na 101 dagen toont hij zijn gelijk aan.
      • het
        • De experimenten in Europa hadden het aangetoond : de Higgs bestaat.
      • iets
        • Hier komt nog bij dat een diagram natuurlijk niet voldoende is om iets aan te tonen .
      • noodzaak
        • De gebeurtenissen tonen wel een noodzaak aan.
      • onschuld
        • Later verklaarde hij het ondezoek juist toe te juichen om zo zijn onschuld te kunnen aantonen .
      • relatie
        • Er is een relatie aangetoond tussen voeding en gezondheid.
      • tegendeel
        • Wij moesten de bewijslast leveren om het tegendeel aan te tonen .
      • verband
        • Het verband is ook niet aangetoond in internationale studies.
      • verschil
        • Zo kan je ook het verschil aantonen tijdens de spitsuren en dalmomenten.
      • werking
        • Er is geen geneeskrachtige werking van honing aangetoond .
        iemand of iets laat zien of bewijst dat iets aanwezig is, het geval is, of waar is
        • De test toonde een duidelijk verband aan tussen welvaart en financiële kennis.
        • (meer voorbeelden)