beleid

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De politici krijgen het mandaat van de kiezers om beleid te voeren.

Wie de bevolking op de fiets wil krijgen, moet beleid maken.

In 2001 wordt dit beleid verder uitgewerkt en uitgevoerd.

We willen de mens niet verbeteren, we willen het beleid veranderen.

In het parlement verdedigt de premier het beleid van zijn regering.

Het scheppen van honderdduizenden banen vereist een radicaal ander beleid.

Het vergt doelbewust beleid.

Het Europese budgettaire beleid moet worden versoepeld.

Welk beleid stelt u voor?

Beleggers houden niet van zwalkend beleid.

Maar is het ook verstandig beleid?

Hij voerde een gematigd progressief beleid, grotendeels met succes.

Een dergelijke doelstelling vraagt een actief beleid.

De leden bepalen het beleid van de partij.

Die reddingsplannen waren verkeerd beleid.

Als politici moeten we kortzichtig beleid vermijden.

Wij staan voor transparant beleid en een verantwoordelijke omgang met centen.

We hebben een krachtig beleid tegen racisme nodig.

We betalen de prijs van jaren laks beleid.

Vaak gaat het daarbij niet om vastgesteld beleid, maar om beleidsvoornemens.

Strikt genomen gaat het om ' flankerend beleid ', om hervormingen die losstaan van de begroting.

Want wat ons overkomt, is het gevolg van een neoliberaal beleid.

Hij voert een open beleid, is altijd voor iedereen bereikbaar en werkt keihard.

Nochtans heeft iedereen het over preventief beleid.

Maar een ruimhartig beleid dat te lang duurt kan voor excessen zorgen.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben beleid als subject?

(geen) zoden aan de dijk zetten

aansluiten bij

bepalen

bestaan

bestaan in

betekenen

bieden

bijdragen aan

blijven

dienen

(40 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben beleid als object?

aan de kaak stellen

aanklagen

aankondigen

aanpassen

aanscherpen

aanvallen

afbouwen

afstemmen

afstraffen

afwijzen

(124 meer)

determinator

substantief

Amerika's

Trumps

pronomen of numerale

(een) dergelijk

alle

elk

enig

geen

hun

meer

minder

ons

veel

(1 meer)

bepaling voor "beleid"

adjectief, participium of numerale

Belgisch

Brussels

Europees

Haags

Nederlands

Vlaams

aangepast

aanvullend

actief

adequaat

(178 meer)

te-inf

te voeren

bepaling na "beleid"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

Europa

eurozone

land

inzake:

bescherming

energie

ontwikkeling

ordening

op:

gebied

maat

niveau

onderdeel

punt

school

termijn

terrein

vlak

rond:

thema

tegen:

radicalisering

van:

ECB

EU

bank

bedrijf

gemeente

kabinet

land

minister

onderneming

overheid

(6 meer)
voor:

gebied

gezondheidszorg

groep

jaar

mens

termijn

toekomst

bijzin ingeleid door

dat

waarbij

waarin

zoals

om te

"beleid" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

afstemming van beleid

de decentralisatie van beleid

de doelen van het beleid

de doelstelling van het beleid

de eenheid van beleid

de effecten van het beleid

de effectiviteit van het beleid

de gevolgen van het beleid

de hoofdlijnen van (het) beleid

de impact van het beleid

(17 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met beleid?

beheer

bestuur

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

flankerend beleid

met beleid

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.