buigen (krom maken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het staal is verhit tot 1.200 graden: dan kan je het vijf centimeter buigen.

Hij heeft zijn hoofd tussen zijn benen gebogen en huilt met lange uithalen.

Ze buigt zich aandachtig naar voren.

Het werd erger, een paar dagen later kon ik mijn knie niet goed meer buigen en strekken.

Ik buig het hoofd, in nederigheid en in respect.

Hij buigt zich over tafel, vinger in de lucht.

Omdat ze allebei kijken hoever ze de regels kunnen buigen.

Ik buig mijn arm naar mijn gezicht, kijk op mijn horloge.

Maar in de vierde set moest de Zwitser het hoofd buigen.

Een voet wordt gemiddeld 6.000 à 7.000 keer per dag gebogen.

Daar pak je gewoon een stuk staal en dat buig je in de goede richting.

Ofwel je hebt een krachtige prothese met een haak aan het einde waarbij je de elleboog kunt buigen.

Zo kunt u uw hoofd naar voren, naar achter en zijwaarts buigen.

Radijsroosjes: snijd de radijs stervormig in en buig de partjes iets uit elkaar.

Je test de soepelheid van een zool door na te gaan of de schoen op het breedste punt zonder te veel kracht gebogen kan worden.

Ze buigt haar armen gracieus boven haar hoofd.

Ze waren nogal saai: de proefpersonen bogen en strekten hun been.

Ik buig mijn knieën en tik mijn billen aan met mijn hakken op de te korte tafel.

Vanaf zijn sokkel buigt de maarschalk deemoedig het hoofd.

Het OM lijkt nu het strafrecht te buigen en naar eigen inzicht te gebruiken onder druk van de burgemeester.

Vooral op een racefiets moet het hoofd sterk achterwaarts gebogen worden om een goed overzicht van de omgeving te verkrijgen.

Dat betekent ook dat regels kunnen worden gebogen en omzeild.

Het universum buigt zich naar mijn wil.

Het is namelijk onmogelijk om massief staal zo te buigen.

De skiër is ein cooler Hund en kan zijn compacte, 1,72 meter korte lichaam buigen als riet.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

arm

been

hoofd

hoofd

knie

regel

rug

schouder

vinger

pronomen

het

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

substantief

een beetje

adverbium

deemoedig

licht

lichtjes

prepositiegroep

naar:

achter, achteren

links

rechts

voren

met postpositie

... kant op

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij buigen?

hoeven

kunnen

laten

moeten

mogen

proberen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met buigen?

strekken

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.