bijstellen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Ondertussen heeft hij die mening bijgesteld.

In de loop van de roman stelt het meisje haar ideeën over de liefde bij.

Als in een spiraal stellen ze hun verwachtingen alsmaar naar beneden bij.

Het schooladvies kan wel worden bijgesteld op grond van de eindtoets.

En nu hij mij kent, heeft hij zijn beeld bijgesteld.

Want de concurrent gaat óók besparen en z'n prijzen bijstellen.

Ik heb mijn perceptie over Los Angeles helemaal moeten bijstellen.

De omzetverwachting werd bijgesteld van 6,3 naar 4,1 miljard euro.

De einddatum kan worden bijgesteld als beide partijen dit gewenst achten.

De gemeente laat de verkeerslichten op de omleidingsroutes nog bijstellen.

Dat is intussen bijgesteld tot 100 miljoen.

De kinderen die je onderzocht stelden hun doelen ook bij.

Er is regelmatig contact om eventueel uw woonwensen bij te stellen.

Een videoboodschap op Facebook had dat beeld niet echt kunnen bijstellen.

Als we nu eens zouden beginnen met ons mensbeeld radicaal bij te stellen?

Elk gesprek is een kans om je eigen denken en blik bij te stellen.

In België werd de leeftijdsgrens vorig jaar bijgesteld naar 41 om dezelfde reden.

Stel eventueel je doel bij of probeer op een andere manier je doel te bereiken.

De plus op maandbasis in januari werd bijgesteld van 0,4 naar 0,3 procent.

Het beeld is makkelijk te kantelen en bij te stellen, ook tijdens het fietsen.

Maar na afgelopen weekend mag die mening bijgesteld worden.

Voortdurend moest hij zijn verhaal bijstellen.

Dat wil hij in samenspraak met de gemeente best naar beneden bijstellen.

Betekent dit dat ze hun voorspellingen moeten bijstellen?

Het cijfer is al flink opgetrokken, maar kan toch nog altijd bijgesteld worden.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

analist

bank

bedrijf

mens

organisatie

regering

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

advies

ambitie

bedrag

beeld

begroting

beleid

cijfer

doel

doelstelling

eis

(22 meer)

pronomen

dat

deze

die

dit

ze

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanzienlijk

drastisch

dringend

eventueel

flink

fors

grondig

inmiddels

jaarlijks

later

(8 meer)

prepositiegroep

naar:

beneden

boven

procent

door:

...

naar:

...

na:

...

tot:

...

van ... naar ...:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij bijstellen?

gaan

kunnen

moeten

mogen

willen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.