voeden

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Er is meer dan genoeg voedsel om de hele wereld te voeden.

Nadat ze de baby heeft gevoed legt ze hem in bed.

Dieren voeden zich, en planten zich voort.

Veel internationale spanningen worden door die westerse houding gevoed.

Het optimisme wordt gevoed door het herstel van de Amerikaanse economie.

De hele zucht naar transparantie wordt gevoed door wantrouwen.

Een aantal wordt gedwongen gevoed, door sondes aan te brengen.

Het ongenoegen werd bovendien gevoed door het stilzwijgen van de directie.

Hij accepteerde, want had inmiddels ook twee kinderen te voeden.

Veel politici voeden het volk angst en die angst komt terug.

De mogelijkheid dat de oorlog terrorisme voedt, wordt vaak overdreven.

Ze krijgt geen medicijnen meer, wordt niet meer gevoed en alle drank wordt haar onthouden.

Twintigers met een relatie verwachten dat hun persoonlijke geluk voortdurend gevoed wordt door hun partner.

Die twijfel wordt vooral gevoed door het ontbreken van heldere, politieke keuzes.

Dertien hongerstakers worden gedwongen gevoed door middel van sondes.

Door sociale media laten ze zich voeden door de wereld om zich heen.

Er zijn getuigenissen van ouders die hun eigen ledematen afhakten om hun kinderen te voeden.

De spirituele beweging voedt dagelijks 1,3 miljoen kinderen.

Die opstelling heeft het Belgische wantrouwen steeds weer gevoed.

Die scepsis voedt het wantrouwen in politiek en democratie.

Op zich goed, maar vandaag voedt het de onzekerheid.

Ik wil niet langer de verplichting om een serie te voeden.

Onder begeleiding leerde ze er zich wassen, aankleden en voeden.

Het boek komt net op tijd om het debat hier te voeden.

Hij wilde niet langer dat dieren dood moesten om hem te voeden.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

ambitie

angst

bericht

crisis

dier

feit

haat

hand

medium

moeder

(4 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

achterdocht

angst

argwaan

baby

gerucht

haat

kind

mond

onvrede

perceptie

(9 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

dagelijks

goed

kunstmatig

slecht

vaak

verder

voortdurend

prepositiegroep

met:

bloed

gegevens

geld

haat

idee

informatie

insect

kennis

materiaal

nectar

(6 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met voeden?

kleden

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.