raken (geraken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Zij raakte in coma en stierf een week later.

Er zijn geen burgers of agenten gewond geraakt.

Bij de explosie raakten drie mensen lichtgewond, 53 woningen raakten beschadigd.

Deze gevechten verlopen gelukkig symbolisch zodat de dieren niet gewond raken.

Ten minste 34 mensen kwamen om en 125 mensen raakten gewond.

Niemand kwam daarbij om, niemand raakte zelfs gewond.

Dat dossier raakt nu wellicht in een stroomversnelling.

Drie collega' s raakten bij deze aanval gewond.

Bij het ongeluk raakte ook een aantal toeschouwers gewond.

Het bedrijf raakte in 2009 in de problemen door de kredietcrisis.

Wie draait op voor schade als huizen beschadigd raken?

Een derde soldaat (23) raakte zwaargewond.

Het politiek liberalisme raakte als idee in verval.

Veel mensen raken op drift door oorlogen en hongersnood in eigen land.

De klap was vrij hevig en beide wagens raakten zwaar beschadigd.

Na zijn begrafenis gisteren raakten honderden betogers slaags met de politie.

Twee ziekenhuizen waar de meeste SARS-patiënten besmet raakten zijn gesloten.

Huizen raakten beschadigd en stortten in de daaropvolgende maanden in.

Een half miljoen mensen kunnen besmet raken.

Bij de mislukte bomaanslag raakten dertig mensen lichtgewond.

De hoofdleiding raakte beschadigd en het drinkwater verontreinigd.

Soms leek de partij ook verstrikt te raken in haar eigen hervormingsdrift.

Bij de rellen tijdens deze G8-top raakten de demonstranten slaags met agenten.

Ze kunnen besmet raken met schimmels, bacteriën en wormpjes, vertelt hij.

Hij raakte naar eigen zeggen verzeild in de misdaad om schulden af te lossen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

agent

auto

bestuurder

bewoner

chauffeur

inzittende

kind

land

man

meisje

(9 meer)

pronomen

allen

alles

iedereen

iemand

niemand

sommigen

velen

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

gauw

gemakkelijk

makkelijk

moeilijk

snel

binnen

buiten

tijdig

prepositiegroep

van:

de baan

de weg af

uit:

de kom

koers

te:

water

op tijd

op

tot

tot bij

tot in

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

arbeidsongeschikt

bekend

beschadigd

besmet

betrokken

beu

bevriend

bewusteloos

eens

enthousiast

(20 meer)

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

coma

conflict

de ban

de knel

de verdrukking

de vergetelheid

de war

een crisis

een depressie

een neerwaartse spiraal

(13 meer)
aan:

de drank

de drugs

de heroïne

de praat

van:

slag

streek

op:

de achtergrond

de rails

drift

uit:

balans

beeld

de gratie

de mode

de tijd

evenwicht

koers

zicht

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij raken?

beginnen

dreigen

kunnen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.