afkomst

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik ben trots op mijn gemengde afkomst.

Hun afkomst doet er niet toe.

Ze is van Surinaamse afkomst.

Mensen van heel verschillende afkomst leven samen.

Op mijn school zitten weinig kinderen met een andere afkomst.

En toch ben ik mijn afkomst nooit vergeten.

Leerlingen hebben verschillende sterktes en zwaktes, ongeacht huidskleur of sociale afkomst.

Je afkomst bepaalt niet meer of je naar de universiteit mag.

Verloochen je afkomst niet, maar verloochen ook je nieuwe thuisland niet.

Iedereen leeft ongeacht zijn geloof of afkomst met hem mee.

Over de afkomst van de vader bestaat onzekerheid.

Bijna een op de drie bewoners is van buitenlandse afkomst.

Dash is trots op haar afkomst.

Een ruime meerderheid van de leerlingen is van allochtone afkomst.

Afkomst verloochent zich niet.

Hij had een vriendin wier familie deels van Joodse afkomst was.

Dat heeft niets met afkomst of huidskleur te maken.

Een van de Nederlanders is van Surinaamse afkomst.

Discriminatie op basis van afkomst is in Nederland een hardnekkig probleem.

Antwerpen is de stad van de diversiteit, zowel qua afkomst als qua inkomen.

De media wilden de afkomst van de daders niet vermelden.

Ik praatte nooit over mijn adellijke afkomst.

Afkomst was niet belangrijk, goede hersens en keihard werken wel.

Maar hij gaf ook geen informatie over de afkomst van de daders.

Verschil in huidskleur of afkomst maakt voor deze jongeren niks uit.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben afkomst als subject?

bepalen

een rol spelen

ertoe doen

tellen

zijn

object bij

Welke werkwoorden hebben afkomst als object?

bewijzen

hebben

vergeten

verloochenen

vermelden

verraden

verzwijgen

bepaling voor "afkomst"

adjectief, participium of numerale

Afrikaans

Nederlands

Surinaams

adellijk

allochtoon

ander

arm

armoedig

autochtoon

bepaald

(19 meer)

bepaling na "afkomst"

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

dader

kind

man

mens

vader

"afkomst" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

door

met

naar

ongeacht

op

op basis van

op grond van

over

qua

van

"afkomst" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

bewust van hun afkomst

jongeren van verschillende afkomst

land van afkomst

trots op haar afkomst

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met afkomst?

achtergrond

huidskleur

identiteit

kleur

leeftijd

nationaliteit

opleiding

overtuiging

religie

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

afkomst verloochent zich niet

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.