bijten

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Zes mensen zijn gebeten.

Een roofvogel had hem in zijn nek gebeten.

Het werk leerde haar van zich af te bijten.

Het is even door de zure appel heen bijten.

Ze schoppen, bijten en beginnen met vechten.

Bijt de democratie zichzelf in de staart?

Al moet ze soms op haar lip bijten.

Maar ik bijt niet, hoor.

Kleine honden bijten soms harder dan grote.

Maar vandaag beten zij weer in het stof.

Tot dan is het even op de tanden bijten.

Niemand snapt waarom de vissen niet meer bijten.

Gaat dat lukken of moeten ze toch op een houtje bijten?

Wanneer zij mensen bijten uit zich dat door ernstige jeuk.

Ook dat streven en het grote geld bijten elkaar dus niet.

Een fret kan flink bijten en wil soms niet meer loslaten.

Zeven jaar lang hebt u op uw tong moeten bijten.

Hij was in zijn leven vaak door teken gebeten.

Beleggers in grondstoffen bijten zwaar in het zand.

Pas op voor slangen en schorpioenen, ze kunnen bijten of giftig zijn.

Daar moet de markt echt even twee jaar doorheen bijten.

Zo ben ik gebeten door de journalistieke microbe.

Hij zal blijven bijten als hij dat nodig acht.

Hoe maak je de mond open zonder gebeten te worden?

Op zijn vijftiende wordt hij door een radioactieve spin gebeten.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

dier

hond

slang

spin

teek

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

gat

hond

kind

kip

man

mens

nagel

schaap

stuk

tegenstander

pronomen

elkaar

haar

hem

iemand

je

me

ons

ze

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

daardoorheen

echt

flink

hard

niet

niet

prepositiegroep

door(heen):

zure appel

in:

hand

staart

staart

stof

zand

op:

houtje

lip

nagel

onderlip

tand

tong

tong

naar:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij bijten?

beginnen

blijven

durven

gaan

kunnen

leren

moeten

mogen

proberen

willen

(2 meer)

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

als door een adder gebeten (reageren)

blaffende honden bijten niet

de gebeten hond zijn

de vis bijt (niet); de vis wil (niet) bijten

door de microbe gebeten zijn

elkaar niet bijten

het maakt niet uit of je door de hond of door de kat gebeten wordt

om in te bijten

van zich af bijten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.