antwoord

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Geef antwoord op hun vragen, maar weid zelf niet uit.

Wie een fout antwoord geeft, zakt een plaats.

Een moeilijke vraag, waarop geen eenduidig antwoord bestaat.

Elk goed antwoord op een vraag levert één punt op.

Het juiste antwoord is: geen van beide.

En uw antwoord blijft 'nee'.

Dat is helemaal niet de bedoeling, klonk het antwoord.

Maar we weten niet op alles het antwoord.

Op de vraag waarom, kwam ook hier geen antwoord.

Vijf keer luidde het antwoord 'ja'.

Het probleem wordt erkend, antwoorden blijven uit.

Wat het goede antwoord is, weet ik overigens niet meer.

Het correcte antwoord is c: Donald Trump.

Het antwoord verbaast niet.

Het eerlijke antwoord is: nee, niet direct.

Kijk dan nogmaals naar de tekst en kruis daarna het meest waarschijnlijke antwoord aan.

Op deze vraag kan geen eenduidig antwoord worden gegeven.

Als enige optie kunt u hiervoor het antwoord 'ja' aanvinken.

Tot vandaag heeft u van mij nog steeds geen antwoord ontvangen.

Nét een mail verstuurd, krijg je al gelijk een antwoord terug.

Ik geloof dat ik niet alle antwoorden heb.

Ik laat het aan anderen over om er een afdoend antwoord op te geven.

Tot zijn verbazing kreeg hij daarop een bevestigend antwoord.

Een lastige vraag waarop geen bevredigend antwoord te vinden is.

Ze wacht nog op antwoord, maar verwacht een 'nee' omdat ze een strafblad heeft.

het korte antwoord [is, luidt]: ...

Het korte antwoord is: vrij goed.

Het korte antwoord luidt viermaal 'nee', stelt hij.

in antwoord op

Het antwoord luidde: ' In antwoord op uw vraag dd 18-09-2015 met referentie (…) laat ik u weten dat de zaak in vooronderzoek is.

wat is daarop uw antwoord?

Wat is daarop uw antwoord?

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben antwoord als subject?

afhangen van

beginnen

bepalen

besloten liggen

bestaan

blijven

gaan

geven

klinken

komen

(25 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben antwoord als object?

aankruisen

aanreiken

aanvinken

accepteren

afwachten

bedenken

begrijpen

beloven

bevatten

bezorgen

(45 meer)

determinator

substantief

aantal

paar

soort

pronomen of numerale

alle

elk

enkele

geen

geen enkel

ieder

meer

meerdere

minder

sommige

(2 meer)

bepaling voor "antwoord"

adjectief, participium of numerale

Amerikaans

Europees

Nederlands

aangepast

adequaat

afdoend

algemeen

ander

automatisch

belangrijk

(110 meer)

bepaling na "antwoord"

prepositiegroep of conjunctiegroep

aan:

Kamer

in:

Engels

punt

vorm

woord

op:

brief

crisis

kritiek

probleem

uitdaging

vraag

van:

gemeente

kabinet

minister

ministerie

overheid

regering

respondent

staatssecretaris

vraag

voor:

probleem

vraag

"antwoord" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

(nog) op (een) antwoord wachten

als antwoord [geven, krijgen]

een deel van het antwoord

[een, het] begin van een antwoord

[een, het] recht op antwoord

[een, het] recht tot antwoord

[een, het] recht van antwoord

een momorie van antwoord

een zoektocht naar antwoorden

op zoek zijn naar antwoorden

(5 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met antwoord?

oplossing

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

(iemand) het antwoord schuldig blijven

altijd een antwoord klaar hebben

iemand van antwoord dienen

memorie van antwoord

op alles een antwoord hebben

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.