schakelen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ze schakelt moeiteloos tussen Russisch, Engels en Grieks.

Voor ons in 2016 is dat even schakelen.

Gisteren schakelde hij een versnelling hoger.

Alle losse momenten schakel ik aan elkaar tot een verhaal.

Bovendien worden de lampen in serie geschakeld.

In deze markt moet je snel kunnen schakelen.

Het beperkte vermogen van 85 pk smoort sportieve ambities in de kiem, maar een koppel van 200 Newtonmeter [...] verleent de auto zo'n souplesse dat je al bij 50 kilometer per uur naar vijf kunt schakelen.

De honderdste verjaardag van het begin van de Grote Oorlog heeft het toerisme naar de Westhoek in een hogere versnelling geschakeld.

Hij rammelt niet, de automaat schakelt schokvrij, de viercilinder dieselmotor is met 197 pk voldoende krachtig om het hoofd te bieden aan de Europese concurrentie.

Je moet snel schakelen tussen aanval en verdediging.

Snel schakelen – dat is modern ondernemen.

Hij kijkt opzij, onbewogen schakelt hij een versnelling hoger.

De aflevering van gisteren probeerde alvast fors hoger te schakelen.

Schakelt u ook naar een hogere toonaard als u tegen een baby praat?

We moeten ervoor zorgen dat onze organisatie sneller kan schakelen.

Moeiteloos schakelt hij tussen klassiek, zigeuner, folk en andere stijlen.

Een bedrijf zoals het onze moet erg snel kunnen schakelen.

Dan kun je zelfs automatisch schakelen met 24 versnellingen.

Maar motorrijden bleef onbereikbaar, omdat ik niet met de linkervoet kon schakelen.

Real had al twee keer scherp gecounterd maar na de 1-0 schakelde het een tandje sneller.

De bungalows liggen geschakeld in groepjes en verspreid over het terrein.

De strijd tegen sluikstorten schakelt in mei naar een nog hogere versnelling.

Op dezelfde manier schakelen we ook snel heen en weer in de tijd.

Niet dat het een probleem voor hem is om snel te schakelen – daar is hij goed in.

In de testomgeving schakelde de wagen sneller dan daarbuiten.

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

automatisch

goed

moeiteloos

razendsnel

snel

soepel

vlot

voortdurend

prepositiegroep

naar:

versnelling

versnelling

in:

achteruit

achteruit

serie

versnelling

aan:

elkaar

van ... naar ...:

...

naar:

...

tussen:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij schakelen?

gaan

kunnen

laten

moeten

willen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

een [tandje, versnelling][hoger, lager] schakelen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.