domineren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

We hebben niet één wedstrijd kunnen domineren.

Veiligheid domineerde de politieke agenda vorig jaar.

De wolken blijven domineren en het is meestal droog.

De debatten werden volledig gedomineerd door morele argumenten.

Ook in het Verenigd Koninkrijk domineert het boek de hitlijsten.

Ze zouden wat meer moeten luisteren in plaats van het gesprek te domineren.

Wolken domineren en er kan af en toe een drupje regen vallen.

Ten slotte is er een stadium waarin chronische pijnklachten domineren.

Opnieuw zullen bezuinigingen domineren in de presentatie van de kabinetsplannen.

In dit hoogland in het noorden van Sumatra domineren twee vulkanen het landschap.

Vooral de laatste decennia wordt de imkerij gedomineerd door de hobbyimkers.

Wij willen het liefst altijd aanvallen en domineren.

Sport blijft de programmering van de publieke omroep domineren.

De mondiale markt voor liften en roltrappen wordt gedomineerd door vier spelers.

Rampgebieden domineren het nieuws in de weken na de catastrofe.

Een handvol grote herverzekeraars domineert de markt.

De skyline van Dublin wordt opnieuw gedomineerd door bouwkranen.

Gaandeweg werd de popmuziek steeds meer gedomineerd door computers en machines.

Een gevoel van opgewondenheid domineert.

Van oudsher werd het dagelijks leven in Tibet gedomineerd door boeddhistische riten.

Weer anderen proberen hun neiging om anderen te domineren te veranderen.

Bevoorrechte elites zullen de democratie altijd domineren.

De nevel verdwijnt echter al vlug en de zon domineert enige tijd.

De Amerikaanse rapkoning domineerde er de sociale media mee.

Nationale thema's domineerden in de campagne voor de Europese verkiezingen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

angst

bedrijf

elite

geweld

man

mens

partij

ploeg

speler

team

(4 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanbod

agenda

beeld

berichtgeving

campagne

debat

discussie

economie

gesprek

internet

(10 meer)

pronomen

alles

ander

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

jarenlang

sterk

volledig

prepositiegroep

in:

competitie

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij domineren?

blijven

gaan

kunnen

laten

moeten

mogen

proberen

weten

willen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.