bioscoop

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik ben een filmliefhebber die graag naar de bioscoop gaat.

Die film komt in november in de Nederlandse bioscoop.

In de bioscoop worden nog vier films van Ai vertoond.

De film moet eind 2013 in de bioscoop draaien.

Onderweg naar de bioscoop kies je de film die je wil zien en bestel je meteen een ticket.

Vanaf 13 mei speelt de film in verschillende bioscopen.

Het dorp heeft geen bioscoop.

Bioscopen mogen geen kaartjes verkopen aan 16-minners voor films die Kijkwijzer als 16+ bestempelt.

Bioscopen in de steden zaten vol.

Bij ons in de buurt zitten drie bioscopen, dus we kijken zo drie tot vier keer per maand een film buitenshuis.

Ze gaan er uit, bezoeken het theater, de bioscoop, gaan er naar culturele evenementen.

De film wordt eind 2015 in de bioscopen verwacht.

Laat ons daar een nieuwe, grotere bioscoop bouwen, met zes zalen.

De charme van een kleine bioscoop is iets aparts.

Beide films haalden de Nederlandse bioscoop echter niet.

Ons land telt 89 bioscopen, goed voor 473 zalen.

Die Franse groep baat drie grote bioscopen uit in Antwerpen en Brussel.

In 1933 verlieten bezoekers in tranen de bioscoop.

De film zal kort te zien zijn in enkele bioscopen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.

Geen café, geen bioscoop, geen leuke fuiven.

Sommige bioscopen verkochten geen enkel kaartje, schrijft de New York Times.

Het geluid in Vlaamse bioscopen is niet te luid.

In zijn latere jaren kocht Meerburg ook het De La Mar-theater en De Uitkijk, de bioscoop waar zijn filmliefde was begonnen.

Een bioscoop ook waar de beenruimte even ruim is als je stoel breed, waar je zowel terecht kunt voor kinder - als arthousefilms, maar waar ook de nieuwste James Bond zal draaien.

Omdat ik toch in de buurt van Pathé Arena ben, bioscoop met grote schermen en fantastisch geluid, ga ik naar de nieuwe Spielberg, Ready Player One.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben bioscoop als subject?

komen

vertonen

vol zitten

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben bioscoop als object?

bereiken

bezoeken

bouwen

halen

hebben

openen

overnemen

tellen

uitbaten

verlaten

determinator

substantief

aantal

pronomen of numerale

alle

diverse

enkele

geen

meer

sommige

veel

verschillende

bepaling voor "bioscoop"

adjectief, participium of numerale

Amerikaans

Amsterdams

Belgisch

Nederlands

Vlaams

commercieel

groot

klein

nieuw

oud

(1 meer)

bepaling na "bioscoop"

bijzin ingeleid door

waar

"bioscoop" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

in de bioscoop draaien

in de bioscoop komen

in de bioscoop spelen

in de bioscoop te zien zijn

in de bioscoop uitkomen

in de bioscoop verschijnen

in de bioscoop verwacht worden

in de bioscoop zitten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.