genezen (beter maken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Acute lymfatische leukemie is goed te genezen.

Op zich genezen de medicijnen mensen met epilepsie niet.

Nieuwe therapie kan aids misschien genezen

De aandoening kan niet genezen worden.

De arts moet troosten, genezen en onderzoeken.

De geneesmiddelen genezen de stoornis niet, ze beïnvloeden de symptomen alleen maar tijdelijk.

Zal alzheimer ooit te genezen zijn?

De dokter geneest, de chirurg heelt.

In principe kan zo elke ziekte worden genezen.

Zij genas mensen, met kruiden en planten.

Kan epilepsie genezen worden?

Er zijn nog altijd geen medicijnen die mensen kunnen genezen van deze ziekte.

Er zijn nog altijd geen medicijnen die mensen kunnen genezen van deze ziekte.

Ze vraagt zich af of het landschap haar hart kan genezen.

Gelukkig zijn de meeste soa makkelijk te genezen of te voorkomen.

De aandoening is niet te genezen, de symptomen kunnen alleen bestreden worden.

Liefde is de zalf die alle wonden geneest.

Psoriasis is een huidaandoening die goed behandeld, maar niet genezen kan worden.

Medicijnen kunnen artrose niet genezen, maar wel de pijn verminderen.

Hij is geen dokter die ziekten geneest.

Een crème of zalf kan het eczeem verminderen, maar niet blijvend genezen.

Voor de vijftig ziekten in de dragerschapstest is er geen behandeling die geneest of tot aanvaardbaar lijden leidt.

Maar suggereren dat homeopathie kanker kan genezen is kwalijk.

Het middel geneest de ziekte niet, maar verlicht het lijden.

Geen pil of therapie kan de patiënt genezen of het ziekteproces zelfs maar stopzetten.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

arts

behandeling

dokter

geneesmiddel

homeopathie

medicijn

middel

therapie

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aandoening

aids

alzheimer

autisme

depressie

diabetes

dier

kanker

kankerpatiënt

kind

(10 meer)

pronomen

alles

haar

hem

hen

iedereen

iemand

je

jezelf

me

ons

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

met:

...

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

van:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij genezen?

helpen

kunnen

proberen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.