administratie

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De administratie van het project is een chaos.

Hij laat zijn administratie zien.

De stadssecretaris is het hoofd van de administratie.

Blijkbaar is er iets misgelopen binnen de administratie.

Achter de schuifdeuren zit de afdeling financiële administratie.

Ook de winkeliers hadden veel extra administratie.

De administratie heeft een rapport klaar, of bijna klaar.

In het huis vooraan wordt de administratie gehuisvest.

Bij de doorzoekingen zijn computers en administratie in beslag genomen.

De uitbater houdt een correcte administratie bij.

Vooral bij de administratie blijft de werklast hoog.

Als de kinderen 's avonds in bed liggen werk ik de administratie bij.

De centrale administratie brengen we onder op de bovenliggende verdieping.

De Europese regels voor de administratie van pensioenen worden aangepast.

Bij de arrestatie werd ook zijn administratie in beslag genomen.

De administratie van de president weet niets van zijn activiteiten.

De journalisten deden dat op basis van de uitgelekte administratie.

Zij doet de administratie van de holding en runt de boerderij.

Vaak verzorgen ze ook de administratie en de verwerking van de uitslagen.

Bij de doorzoekingen zijn computers en administratie in beslag genomen.

We hebben een groot deel van de administratie opnieuw moeten doen.

In de administratie en boekhouding was dat niet opgenomen.

De RUG kon de fraude in de eigen administratie niet terugvinden.

De stedelijke administratie telt negen bedrijfsdirecteurs.

In de andere ruimten komen enkele bijkomende klaslokalen en vooraan naast de administratie een danszaal en kleedkamers.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben administratie als subject?

aanvaarden

geven

hebben

krijgen

maken

nemen

verlopen

voorstellen

werken

weten

(4 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben administratie als object?

afslanken

beheren

bijhouden

bijwerken

controleren

doen

doorzoeken

hebben

huisvesten

in beslag nemen

(11 meer)

determinator

substantief

afdeling

berg

hoofd

pronomen of numerale

alle

elke

geen

meer

minder

veel

verschillende

bepaling voor "administratie"

adjectief, participium of numerale

Vlaams

algemeen

ander

betrokken

bevoegd

bijbehorend

centraal

deugdelijk

eigen

extra

(17 meer)

bepaling na "administratie"

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

Financiën

bedrijf

project

"administratie" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

binnen

in

naast

tussen

van

vanuit

via

volgens

voor

(1 meer)

"administratie" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

bezig zijn met administratie

de top van de administratie

een deel van de administratie

het hoofd van de administratie

het voorstel van de administratie

tijd kwijt zijn aan administratie

verantwoordelijk zijn voor administratie

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met administratie?

boekhouding

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.