verlengen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Deze termijn kan één keer worden verlengd met drie maanden.

De instaptijd van een maand heb ik nu verlengd tot twee jaar.

De 22-jarige keeper verlengde zijn contract tot de zomer van 2015.

Van vier andere medewerkers worden de contracten niet verlengd.

Volgens het wettelijk kader wordt het mandaat dan automatisch verlengd.

Voor schenkingen aan kleinkinderen wordt deze periode verlengd tot twee jaren.

Het uitreisverbod geldt voor zes maanden en kan worden verlengd.

Het contract werd opengebroken en verlengd tot medio 2006.

Om die reden wordt de uitleentermijn verlengd tot na de sluitingsperiode.

Hun aanhouding werd met een maand verlengd.

Door invriezen kan de houdbaarheid van het product met maanden worden verlengd.

Het middel verlengt de levensduur met enkele maanden en verzacht de pijn.

Ik stel voor om dat te verlengen tot 72 uur.

Hij heeft besloten zijn contract niet te verlengen.

De Brusselse regering verlengde zijn mandaat met een jaar.

De raadkamer verlengde gisteren de aanhouding van tien andere terreurverdachten.

Wie zijn mandaat in de toekomst verlengd ziet, zal wel moeten inleveren.

Het politiecollege besliste vorige week de schorsing met vier maanden te verlengen.

Hij wilde onder geen beding zijn contract verlengen.

De houdbaarheid wordt zodoende een paar dagen verlengd.

Gisteren verlengde de raadkamer hun aanhouding met een maand.

Het Openbaar Ministerie verlengde het voorarrest van de vier ouders.

Na afloop van de eerste contractperiode is het contract verlengd.

Misschien moeten we in 2025 de levensduur van kerncentrales opnieuw verlengen.

De huur werd nu met één jaar verlengd.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

club

kabinet

minister

parlement

president

raadkamer

rechtbank

rechter

regering

(1 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanhouding

concessie

contract

hechtenis

leven

levensduur

looptijd

mandaat

missie

noodtoestand

(10 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanzienlijk

automatisch

eventueel

mogelijk

niet (meer)

nodeloos

onnodig

stilzwijgend

tussentijds

verder

prepositiegroep

tot:

eind ...

het einde van ...

jaar

met:

duur

jaar

maand

voor:

duur

periode

termijn

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verlengen?

kunnen

laten

moeten

mogen

willen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met verlengen?

uitbreiden

verkorten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.