dosis

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De aanbevolen dosis is 400 microgram.

Bij dergelijke zware medicijnen is het belangrijk de dagelijkse dosis niet te overschrijden.

Een normale dosis ligt tussen de 300-500mg mescaline.

De normale dosis voor volwassenen is 4x daags 10 druppels.

Hij gaf me drie keer de voorgeschreven dosis.

Behandeling is eenvoudig: een eenmalige dosis tabletten verhelpt de infectie.

Uw arts kan besluiten om u een andere dosis voor te schrijven.

De voorgeschreven doses volstonden voor hem niet langer.

Ze nemen vooral te hoge dosissen, vaak gecombineerd, van antidepressiva en kalmeermiddelen.

Als een patiënt toch extra dosissen nodig heeft, moet hij die uit eigen zak betalen.

Als uw klachten minder worden, kunt u de dosis halveren.

Een kleine dosis gezond boerenverstand volstaat.

Er zit inderdaad een flinke dosis hypocrisie in het immigratiedebat.

Het kan best zijn dat je je dosis insuline moet aanpassen wanneer je uitgaat.

Een golden flash is een overdosis waarbij een drugverslaafde na een afkickperiode onmiddellijk zijn vroegere dosis gebruikt.

Een inderhaast opgetrommelde dokter gaf hem een flinke dosis morfine, maar dat werd uiteindelijk zijn dood.

Natuurlijk heb je een flinke dosis geluk nodig.

Ik heb daarna een lichte dosis anti-epileptica geslikt en de epilepsie is eigenlijk weggebleven.

In beide gevallen hadden de slachtoffers een grote dosis insuline toegediend gekregen.

Maar zo'n houding vergt een flinke dosis moed.

De bijwerkingen kunnen afnemen als de dosis wordt verlaagd.

Het wordt allemaal geserveerd met een fikse dosis Britse humor.

Zij beschikken over een flinke dosis „ zelfredzaamheid".

Bij dit onderzoek adem je (een veilige dosis) radioactieve stof in.

Wanneer dit help, moet de dosis verminderd worden tot de laagst werkzame dosis.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben dosis als subject?

liggen

volstaan

vrijkomen

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben dosis als object?

aanpassen

bepalen

berekenen

bevatten

bezitten

bezorgen

bieden

binnenkrijgen

gebruiken

geven

(21 meer)

determinator

substantief

aantal

pronomen of numerale

een enkele

een zekere

veel

verschillende

bepaling voor "dosis"

adjectief, participium of numerale

aanbevolen

aangenaam

aangepast

aanvaardbaar

behoorlijk

bepaald

beperkt

dagelijks

dodelijk

dubbel

(36 meer)

bepaling na "dosis"

substantief

MDMA

alcohol

antidepressivum

aspirine

cafeïne

cannabis

cocaïne

creativiteit

cynisme

emotie

(49 meer)

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

geneesmiddel

medicijn

middel

stof

vaccin

[zo veel] microgram

[zo veel] milligram

"dosis" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

in

met

"dosis" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

afhankelijk van de dosis

de prijs per dosis

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.