jagen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De meeste springspinnen jagen op insecten.

Mens en wolf hebben altijd op dezelfde prooien gejaagd.

Geen enkel ander bedrijf heeft er ooit eerder zoveel geld doorheen gejaagd.

Het blinde geweld joeg anderhalf miljoen mensen op de vlucht.

Tijdens de zomer jagen de wolven ieder voor zich op kleine dieren.

Katten jagen vooral 's nachts, en vaak in onoverzichtelijk terrein.

U heeft heel wat mensen de stuipen op het lijf gejaagd.

Eeuwenlang hielden mensen zich in leven met jagen en verzamelen.

De politie jaagt sinds een paar jaar fanatiek op illegaal vuurwerk zoals 'Big Boys'.

De zeer lage rentes die vrijwel wereldwijd gelden, jagen overal de prijzen van 'activa' omhoog.

Zij vrezen dat hij lidstaten in de gordijnen jaagt.

Dylan heeft wel vaker zijn publiek tegen zich in het harnas gejaagd.

Ze jagen actief en zijn een goede aanvulling op hier al actieve aaseters als gieren.

De gedachte alleen al jaagt me de stuipen op het lijf.

Journalisten moeten niet jagen op uitspraken, maar op de waarheid.

Zo iemand ga je toch niet op stang jagen.

Zij zullen hen of een verzekeraar niet onnodig op kosten jagen.

De omroepen hoeven niet meer zo nodig op leden te jagen.

Geen enkele gemeente wil actief op illegalen gaan jagen.

Hij jaagt vooral op vogels in de lucht".

Want jagen levert niks op, behalve frustratie.

Er kan al het hele jaar op de dieren worden gejaagd.

Zij steekt hem op en jaagt mij van haar erf.

De slangen jagen er vooral op muizen en ratten.

Luid blaffende honden joegen de dieren in mijn richting.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

hond

kat

man

mens

politie

wolf

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aandeel

bal

bedrijf

belegger

bezoeker

burger

kind

kogel

prijs

rente

(5 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

actief

fanatiek

omhoog

omlaag

prepositiegroep

door:

dak

strot

in:

gordijn

harnas

op:

kast

lijf

over:

kling

naar

uit

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

op:

dier

insect

prooi

vis

vogel

wild

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met jagen?

verzamelen

vissen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

iemand de rillingen over de rug jagen

iemand [de stuipen, de daver, de rillingen, de schrik] op het lijf jagen

iemand op de vlucht jagen

iemand op kosten jagen

iemand op stang jagen

iets [erdoor, erdoorheen] jagen

[zich, iemand] een kogel door de kop jagen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.