hechten (dichtmaken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Daarna wordt de wond gehecht.

Moest het gehecht worden?

Als ze in narcose is begint de dokter te hechten.

Ik heb hem met naald en draad gehecht [...].

Resultaat is een flinke wond die gehecht moet worden.

Als laatste hechten we de aangezichtszenuwen aan elkaar.

[...] Daar heb ik een redelijk diepe snee die gehecht is.

Hierna word je gehecht, terwijl je baby lekker tegen je aan ligt.

Laatst heeft hij nog iemand moeten hechten.

De grote wonde is gehecht met zes draadjes [...].

Vervolgens hechtte de glazenier de stukken aan elkaar met lood.

Kenza vertelt over een huisarts die haar wonden zonder verdoving hechtte.

Mijn vingers moesten ook gehecht worden.

Nadien moest hij op 33 plekken gehecht worden.

Het moest gehecht worden volgens die mannen van de EHBO.

Hij werd in het ziekenhuis gehecht en is een tijdje arbeidsongeschikt.

Een diepe wonde in zijn knie moest worden gehecht.

Panikeer maar niet, u zal wellicht niet met spinnendraad worden gehecht.

In het ziekenhuis moesten gescheurde pezen operatief worden gehecht.

Tenslotte wordt het tandvlees teruggelegd en gehecht.

Denk maar aan een wonde die gehecht moet worden.

Vervolgens worden het botvlies en het onderooglid weer gehecht.

In het UZ Brussel werd de jaap van vijftien centimeter gehecht.

Die dacht dat het misschien gehecht moest worden.

Het donorgebied wordt gehecht, zo blijft er een mooi klein litteken achter.

object

Wie of wat hecht men of wordt gehecht?

substantief

huid

wond, wonde

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. hecht men?

prepositiegroep

met:

materiaal

naald en draad

aan elkaar

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij hechten?

beginnen

laten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.