botsen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ze botsen met hun harde hoofden tegen elkaar.

Politieke en economische belangen botsen met elkaar.

Ik was op een muur gebotst.

Ook de voorbije drie jaar heeft het stevig gebotst.

De bus botste er met een vrachtwagen die achteruit reed.

De Belgische wetgeving botst nog op andere punten met de EU-regels.

De wagen botste tegen een verlichtingspaal en ging over de kop.

Waarom de twee wagens tegen elkaar botsten, is nog onduidelijk.

Moleculen in de pan botsen tegen elkaar en worden heet.

Langs de rijbaan botste de wagen vervolgens tegen een boom.

Bij de gevangenis botst ze op een muur van onverschilligheid.

Hij botste tegen een voorligger en tegen een vrachtwagen.

Even voor zes uur botsten daar twee wagens frontaal tegen elkaar.

Mijn vraag botste frontaal met de Egyptische cultuur.

Naar mijn idee botst dit met elkaar.

De twee tieners botsten met de bestelwagen tegen een geparkeerd voertuig.

Gangen vol met kinderen, op de trap botste iedereen tegen elkaar aan.

Beide waarden kunnen gemakkelijk met elkaar botsen en dat maakt een grensafbakening noodzakelijk.

Ze moeten (lang geleden) met geringe snelheid tegen elkaar zijn gebotst.

Het meisje raakte gewond toen haar vader frontaal op een politieauto botste.

Twee treinen botsten op eenzelfde spoor frontaal op elkaar.

Bij een meer toevallige baan was ze waarschijnlijk al lang met een tegenligger gebotst.

De zorg voor dierenwelzijn botst er met de vrijheid van religie.

U bent niet tegen het glazen plafond gebotst?

Hij was tegen twee bomen gebotst, waarna zijn auto in de brand vloog.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

auto

bal

belang

bestuurder

bus

idee

man

mens

plan

trein

(6 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

flink

frontaal

hard

keihard

regelmatig

soms

voortdurend

weer

prepositiegroep

op:

auto

elkaar

grens

kritiek

muur

muur

probleem

weerstand

tegen:

auto

boom

elkaar

muur

muur

verlichtingspaal

vrachtwagen

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

met:

belang

idee

principe

realiteit

recht

tegenligger

wagen

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij botsen?

blijven

kunnen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

klinkt het niet, dan botst het

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.