stromen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Je kan hier nog prachtig zien hoe de lava gestroomd heeft en meteen gestold is.

Volgens Greenpeace is ook nog 5.000 liter van het sterke gif in zee gestroomd.

Na een koude douche stroomt het bloed krachtig door je heen.

Het water stroomt veelal ongemerkt naar de ondergrond of naar een riool.

Het warme water uit het voorraadvat stroomt via de cv-ketel naar de kraan.

De marktvraag is verzekerd door de verplichting en belastinggeld stroomt niet naar het buitenland.

Het bloed stroomde amper nog door zijn benen, hij kon steeds slechter lopen.

Door de buis stromen water en luchtbellen.

In een rivier die stroomt beweegt het water zich over de bodem van die rivier.

Bij sommige pianisten stroomt Mozart-bloed door de aderen.

De regen stroomde naar binnen in een doorgang tussen het magazijn en de winkel.

Ik heb zo geworsteld met het feit dat mijn vaders bloed door mijn aderen stroomt.

Laat liefde overvloedig stromen en iedereen omvatten.

Geld moet stromen van de rijkere, trager groeiende economieën naar armere en sneller groeiende economieën.

Endorfine stroomt door je aderen en je zweeft op een gelukswolk het theater uit.

Lucht die door de vlam is opgewarmd, stroomt door de zwaartekracht naar boven.

Ik probeerde te luisteren naar de rivier, het water stroomde rustig en klonk steeds hetzelfde.

De verschillende bronnen op de site worden gekanaliseerd, zodat het water naar de beek stroomt.

Ze vertelde ook dat er water van boven naar beneden stroomde, en een plas vormde.

Er kan dus niet genoeg lucht uit de longen stromen.

Ook uit sommige blaadjes zal water stromen.

Dan kan dat ook voordelen hebben die naar anderen stromen.

De tweede plaats waar het bloed naartoe stroomt zijn de hersenen.

Er stroomt van alle kanten geld naar toe.

Oprukkend water stroomt naar het achterliggende polderlandschap.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

adrenaline

bloed

energie

gas

geld

kapitaal

licht

lucht

regen

rivier

(2 meer)

pronomen

alles

het

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

goed

hard

langzaam

overvloedig

rijkelijk

snel

traag

vrij

prepositiegroep

door:

ader

lichaam

straat

naar:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij stromen?

beginnen

blijven

doen

gaan

horen

kunnen

laten

moeten

voelen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.