zout

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Een brood bevat minder zout dan jaren geleden, zonder smaakverlies.

Maar je moet die hype wel met een korreltje zout nemen.

Je baby krijgt voldoende zout binnen via de moedermelk of de flesvoeding.

Ik heb dat gezien, en dacht: ik ga niet op alle slakken zout leggen.

Vroeger gebruikten de vissers het zout vooral ter conservering.

En wie denkt dat hij of zij als zoetekauw minder zout eet, komt ook bedrogen uit.

Voeg 1 theelepel zout toe en zet de pan op hoog vuur.

Toegevoegd zout, suiker en andere smaakversterkers zijn eruit.

Los het zout op in een beetje warm water.

Het gebruik van zout in restaurants werd teruggedrongen.

Spelers als Suarez zijn het zout in de soep.

De Belg gebruikt een gram minder zout per dag.

Zijn gerechten bevatten wel te veel zout en ongezond vet.

Opvallend is dat alle gerechten, behalve de friet, weinig zout hebben.

Je hoeft geen extra zout in te nemen.

De nieren verwijderen afvalstoffen en stoffen waaraan het lichaam niets meer heeft zoals overtollige zouten en zuren.

Sinds 1918 wordt in dit gebied zout uit de bodem gehaald.

Traditioneel wordt hij op smaak gemaakt met een snufje zout.

Tot nog toe werd 1.100 ton zout gestrooid.

Zou dat de pijn verzachten, of net zout in de wonde strooien?

Water dat opgeloste zouten bevat, zoals zeewater, bevriest veel later.

Maar zeezout, zegt het Voedingsentrum, is echt niet gezonder dan gewoon zout.

De opgewekte warmte is tamelijk eenvoudig op te slaan, bijvoorbeeld in gesmolten zout.

Keukenzout en tafelzout is gezuiverd bodemzout en altijd als fijn zout te koop.

Door een slang als van een waterpijp ademt ze de nevel van fysiologisch zout in.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben zout als subject?

oplossen

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben zout als object?

bevatten

binnenkrijgen

eten

gebruiken

halen

leggen

oplossen

strooien

strooien

toevoegen

(3 meer)

determinator

substantief

een beetje

een gram

een hoeveelheid

een korrel

een snuf; een snufje

een theelepel

een ton

pronomen of numerale

geen

meer

minder

veel

weinig

bepaling voor "zout"

adjectief, participium of numerale

extra

fijn

fysiologisch

gesmolten

gewoon

grof

mineraal

opgelost

overtollig

toegevoegd

bepaling na "zout"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

pap

product

soep

vlees

voeding

water

"zout" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

met

zonder

"zout" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

gebruik van zout

op smaak brengen met zout

royaal bestrooien met zout

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met zout?

mineraal

suiker

vet

water

zuur

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.