De vrouw moest door de brandweer uit het wrak worden bevrijd.
Het slachtoffer werd bevrijd uit het wrak en overgebracht naar het ziekenhuis.
Ze hadden 45 minuten nodig om de bestuurder uit zijn benarde positie te bevrijden.
De uitbater werd uit het brandende huis bevrijd.
Vier mannen moesten bevrijd worden uit het pand.
Ze konden zich bevrijden en verwittigden de politie.
Hij zal de mensheid bevrijden uit haar kluisters.
Ze bevrijdden ook tweeduizend gedetineerden uit de plaatselijke gevangenis.
Alleen hij kan hen bevrijden uit het digitale labyrint.
Willen we ons bevrijden uit het verleden?
Nog immer is men bezig de stad uit het slijk te bevrijden.
Een dertigtal meisjes werd uit hun klauwen bevrijd.
Dit proces heeft als het ware de stikstof uit de aarde bevrijd.
De brandweer bevrijdde twee inzittenden, die lichte verwondingen opliepen.
Er zijn de laatste decennia wereldwijd meer mensen bevrijd uit diepe armoede dan ooit tevoren.
Alleen door een keuze te maken, bevrijden we ons uit deze bestuurlijke verstikking.
Geduldig wachtte hij tot de brandweer hem uit zijn netelige positie bevrijdde.
Hopelijk worden land en regering spoedig bevrijd uit de gijzeling van dit splinterpartijtje.
Humanitair doel was de indiaan te bevrijden uit zijn primitieve cultuur.
De klimmers konden de archivaris uiteindelijk na zo' n drie kwartier uit zijn benarde situatie bevrijden.
Pas anderhalf uur later kon de brandweer hem bevrijden.
De brandweer moest haar bevrijden via de achterruit.
De brandweer kon een kraker uit de kelder bevrijden.
De brandweer moest na de crash de jonge bestuurder uit zijn wagen bevrijden.
De brandweer kon haar zoontjes na een kwartier uit de auto bevrijden.
subject
Wie of wat (...)?
substantief
brandweer
groep
hulpdienst
leger
man
mens
militair
politie
soldaat
vrouw
object
Wie of wat (...) men of wordt (...)?
substantief
object
pronomen
bepaling
Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?
adverbium
echt
eindelijk
seksueel
snel
uiteindelijk
werkelijk
bepaling
prepositiegroep
voorzetselobject
Met vaste prepositie (vast voorzetsel)
verbum auxiliare of groepsvormend verbum
Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij bevrijden?
gaan
helpen
komen
kunnen
laten
lijken
moeten
voelen
willen
- subject
- object
- verbum finitum
- zich
- predicatieve aanvulling
- bepaling
- voorzetselobject
- 1iemand bevrijdt iemand of zich of dier uit iets
- militair
- Volgens nog onbevestigde berichten hebben Algerijnse militairen vandaag westerse toeristen bevrijd die door ontvoerders werden vastgehouden .
- Militairen bevrijden gevangen burgers ( om te oefenen )
- politie
- De politie bevrijdde de meisjes nadat ze meerdere tips had gekregen over de opsluiting .
- dier
- Bijna tien jaar reisde ze ' s nachts , bivakmuts bij de hand , door het land om dieren te bevrijden , diefstal te plegen , de vleessector te ontregelen .
- gevangene
- Ze bevrijdden gevangenen en bestormden de kantoren van geheime dienst en partij .
- gijzelaar
- Het Algerijnse leger besloot uiteindelijk het complex te bestormen om de gijzelaars te bevrijden .
- kind
- Hij besluit te ontsnappen en de andere kinderen te bevrijden .
- meisje
- De politie bevrijdde de meisjes nadat ze meerdere tips had gekregen over de opsluiting .
- vrouw
- Kort daarop werden zij en twee andere vrouwen bevrijd .
- gevangenis
- Tevens zouden zij tientallen gevangenen hebben bevrijd uit de naburige gevangenis .
- hand
- Vader wordt gevonden en bevrijd uit de handen van piraten .
- klauw
- Het meisje is de enige die hem kan bevrijden uit de koude klauwen van de Sneeuwkoningin .
iemand laat iemand, zichzelf of een dier ontkomen uit de gevangenis of uit gevangenschap- Ze bevrijdden ook tweeduizend gedetineerden uit de plaatselijke gevangenis .
- (meer voorbeelden)
vaak in passieve constructie. - 2iemand bevrijdt zich of iemand van iets
- bevolking
- De 4.000 Keniaanse soldaten zijn sinds 2011 in Somalië om de bevolking te bevrijden van Al-Shabaab .
- mens
- Het humanisme heeft een belangrijke rol gespeeld om de mens te bevrijden van onderdrukking .
- volk
- Moesa moest vluchten maar kwam terug om haar volk te bevrijden .
- bezetter
- Nadat Nederland op 5 mei 1945 definitief was bevrijd van de Duitse bezetter , overheerste het gevoel dat het totaal verwoeste en leeggeroofde land alleen kon worden opgebouwd in gezamenlijkheid .
- dictatuur
- Verder is het 25 jaar geleden dat Polen zich bevrijdde van de communistische dictatuur .
- juk
- De Indonesiërs vochten in hun eigen land om zich te bevrijden van het Nederlandse juk .
- macht
- Hij had het plan een groter gebied te bevrijden van de koloniale machten .
- onderdrukking
- Het humanisme heeft een belangrijke rol gespeeld om de mens te bevrijden van onderdrukking .
- overheersing
- Later dan het moederland werd de Nederlandse kolonie in Azië niet op 5 mei maar op 15 augustus bevrijd van Japanse overheersing .
- slavernij
- Maar de marrons , die zichzelf bevrijdden van de slavernij en zich vestigden in het binnenland van Suriname , maakten schouderdoeken met grote aan elkaar genaaide geometrische vormen .
- tirannie
- Alleen hij kan ons bevrijden van de tirannie van de Kikuyu' s .”
iemand maakt zichzelf of iemand vrij van vreemde overheersing of onderdrukking- Intussen hadden de Baltische staten zich bevrijd van het communistische bewind .
- (meer voorbeelden)
- 3iemand bevrijdt iemand of zich of dier uit iets
- brandweer
- De brandweer bevrijdde de bestuurder uit zijn verhakkelde bestelwagen .
- hulpdiensten
- De hulpdiensten bevrijdden de 66-jarige man uit zijn wagen .
- reddingswerker
- Reddingswerkers waren zondagavond Nederlandse tijd nog altijd bezig mensen te bevrijden uit de omgekantelde trein , die 14 rijtuigen telde .
- bestuurder
- De brandweer moest een bestuurder uit een wrak bevrijden .
- inzittende
- De brandweer heeft de twee inzittenden uit het toestel bevrijd .
- slachtoffer
- De brandweer kon het slachtoffer bevrijden .
- auto
- De bestuurder kon zichzelf bevrijden uit zijn zinkende auto en klom de oever op .
- positie
- Totdat de politie het bedrijfje uren later bestormde , de broers doodde en hem bevrijdde uit zijn benarde positie .
- trein
- Reddingswerkers waren zondagavond Nederlandse tijd nog altijd bezig mensen te bevrijden uit de omgekantelde trein , die 14 rijtuigen telde .
- truck
- Een tweede vrachtwagenbestuurder kon zichzelf nog bevrijden uit zijn truck en werd lichtgewond .
- wagen
- Terwijl de brandweer hem moest bevrijden uit zijn opgeplooide wagen , was hij maar af en toe bij bewustzijn .
- wrak
- Het slachtoffer werd bevrijd uit het wrak en overgebracht naar het ziekenhuis .
iemand haalt iemand, zichzelf of dier uit een gevaarlijke positie of situatie- De brandweer moest het slachtoffer bevrijden uit haar voertuig .
- (meer voorbeelden)
vaak in passieve constructie. - 4iemand of iets bevrijdt iemand of zich of iets uit iets
- greep
- Ze acht “ ervaring , analyse en inzicht op zichzelf te zwak om de wereld te bevrijden uit de greep van de onmenselijkheid .
- keurslijf
- In de twintigste-eeuwse architectuur werd de ruimte bevrijd uit het keurslijf van de beslotenheid : rooms werden spaces .
- kluister
- Hij zal de mensheid bevrijden uit haar kluisters .
- situatie
- Dat laatste is wat Zebercet doet : hij wil zich bevrijden uit zijn huidige situatie .
- verleden
- Willen we ons bevrijden uit het verleden ?
iemand of iets laat iemand, zichzelf of iets ontsnappen aan een ongewenste situatie- Ouders willen niet dat hun kind sterft , maar dat het bevrijd wordt uit het lijden .
- (meer voorbeelden)
vaak in passieve constructie. - 5iemand of iets bevrijdt iemand of zich of iets van iemand of iets
- angst
- Mindfulness zal me bevrijden van mijn angsten .
- ballast
- De boodschap verhelderen en bevrijden van ballast is een nuttige en nodige oefening .
- juk
- Fotomodel Anna wilde zich bevrijden van het juk van haar ouders .
- keten
- Halleluja , je wordt bevrijd van de ketenen van de technologie .
- korset
- We wilden ons bevrijden van het korset van de musea en de galeries
- last
- Allebei manieren om je te bevrijden van de lasten die bij verplichtingen horen .
- remming
- Ze hebben me bevrijd van remmingen en conventies .”
- schaamte
- Tegelijk willen we mensen bevrijden van de schaamte over hun lichaam .'
- tirannie
- Technologie kan burgers volgens Peter Thiel bevrijden van de tirannie van de politiek .
- traditie
- Het idee was dat dansers zich moesten bevrijden van de traditie , en dat techniek er niet zo toe deed .”
- verplichting
- Hij wil Amerika bevrijden van zijn internationale verplichtingen .”
- vooroordeel
- We moeten ons dus dringend bevrijden van onze vooroordelen over droedelen .
- zonde
- Na de pelgrimage zal Ali worden bevrijd van al zijn zonden .
iemand of iets maakt iemand, zichzelf of iets vrij van iemand of iets- Ze heeft zich bevrijd van veel wetten die de maatschappij stelt .
- (meer voorbeelden)
- 6iemand of iets voelt zich bevrijd van ietsiemand of iets voelt zich verlost van iets
- Eindelijk voelde hij zich bevrijd van alle zorgen om zijn bezit .
- (meer voorbeelden)
- 7iemand of iets bevrijdt iets uit ietsiemand of iets verwijdert iets moeizaam uit iets
- Bevrijd de taartbodem voorzichtig uit zijn vorm en vul hem met de room .
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe