aannemer

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Zijn vader was aannemer in de bouw.

Eind deze week moet de aannemer klaar zijn met de werkzaamheden.

Het gemeentebestuur heeft de aannemer en de architect aangeklaagd.

De exacte startdatum van de werkzaamheden wordt door de aannemer bepaald.

Een goede aannemer kent de onderaannemers en weet welke kwaliteit ze leveren.

Aannemers werken steeds meer met onderaannemers of onder-onderaannemers.

De stad stelde de aannemer in gebreke omdat de werkzaamheden destijds niet correct waren uitgevoerd.

Nu de aanbestedingsprocedure is afgerond, start de aannemer met de werkzaamheden.

De aannemer ging de markt verkennen en kwam vervolgens met voorstellen.

De aannemer maakte daarvoor geheel zelfstandig binnen zijn organisatie een prijs.

De aannemer zal de werkzaamheden uitvoeren tijdens vier nachten en dat telkens tussen 20 en 6uur.

Een gespecialiseerde aannemer is begonnen met de sloop van het gebouw.

Hij is zeer tevreden over de aanpak van de aannemer.

De werken moeten wel gebeuren door een aannemer.

Vandaag begint de aannemer aan de tweede fase.

Overleg met uw aannemer wanneer het onderhoud het beste kan plaatsvinden.

Na de gunning kan de aannemer inderdaad zijn creativiteit laten zien.

De uitvoering van de bouwwerken is echter niet de taak van de architect maar van de aannemer.

Het stadsbestuur zoekt met de aannemer naar oplossingen.

Vijftien maanden was de aannemer aan de slag op de brug.

Een aannemer deed de ruwbouw, verder deden ze alles zelf.

Haar vader was een kleine zelfstandige aannemer, haar moeder huisvrouw.

Zowel de ambtenaren als de aannemers riskeren miljoenen te moeten terugbetalen.

We willen onze badkamer laten renoveren door een Nederlandse aannemer.

Om de zoveel weken voert de aannemer er herstellingswerken uit.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben aannemer als subject?

aanbrengen

aanleggen

beginnen

betalen

bouwen

gebruiken

herstellen

plaatsen

raken

starten

(2 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben aannemer als object?

aanduiden

aanstellen

inschakelen

kiezen

vinden

zoeken

determinator

pronomen of numerale

alle

de meeste

elke

enkele

geen

geen enkele

meer

veel

bepaling voor "aannemer"

adjectief, participium of numerale

algemeen

ander

erkend

gespecialiseerd

groot

klein

lokaal

nieuw

plaatselijk

verschillend

(1 meer)

bepaling na "aannemer"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

de bouw

de bouwsector

"aannemer" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de planning van de aannemer

samen met de aannemer

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.