emigreren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

In 1817 emigreerde hij naar Amerika en vestigde zich in Baltimore.

Het Duits-joodse gezin emigreerde naar Nederlands-Indië, kwam in 1939 terug naar Nederland en overleefde met veel moeilijkheden de oorlog.

Wij hebben reeds veel ervaring met Nederlanders die naar België emigreren.

Op zijn twaalfde emigreerde hij met zijn ouders naar Boston.

Hij studeerde in Parijs en emigreerde vervolgens naar New York, waar hij zich ontplooide als ontwerper.

Oudere mensen emigreren vooral naar Florida, Arizona en Nevada, om veilig en rustig van hun oude dag te genieten.-

Uw gezin emigreerde van de Verenigde Staten naar Canada.

Deze is naar Amerika geëmigreerd en werkt daar als operaregisseur.

Een deel van deze vluchtelingen emigreerde tussen 1620 en 1629 naar Noord-Amerika, als pelgrims.

Vijf jaar na de oorlog emigreerde hij naar Israël, met zijn nieuwe vrouw en hun zoon.

De vriendin van het telefoongesprek overwoog al te emigreren, wellicht naar Marokko, voor een studie.

Een poging van het gezin om naar Canada te emigreren mislukte in juni.

Ze was op jonge leeftijd in de jaren twintig naar Amsterdam geëmigreerd."

Veronderstel dat West-Europeanen massaal gaan emigreren naar een land met een islamitische cultuur.

De voormalige verpleegkundige bekeerde zich tot de orthodoxe kerk en emigreerde naar Oekraïne.

Het aantal dat naar Israël emigreert groeit.

In januari 1961 emigreerde hij van Rotterdam naar Californië, in 2014 keerde hij terug.

Zijn vrienden emigreerden naar Chili en worden daar als vluchtelingen soms als uitschot behandeld.

In 1964 emigreerde ik met mijn ouders naar de VS, als oorlogsvluchtelingen.

Zijn vader emigreerde in de jaren zeventig naar Frankrijk om op topniveau te handballen.

In deze stad kwam hij aan toen hij in 1995 emigreerde uit Israël.

Zij is geëmigreerd naar Turkije.

Meer dan de helft van de christenen was toen al geëmigreerd.

Hij overleefde de Holocaust en emigreerde naar New York.

Zelf zou ze nooit naar de VS willen emigreren.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

Jood

Nederlander

familie

gezin

jongeren

mensen

moslim

ouders

vader

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

naar:

buitenland

land

staat

uit:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij emigreren?

kunnen

moeten

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.