waken

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik heb die nacht bij hem gewaakt.

Men moet er wel voor waken dat er continuïteit is.

Je moet ervoor waken dat voorstellingen op elkaar gaan lijken.

In die functie moet hij waken over de Amerikaanse begroting.

Vroeger was het heel gewoon op boerderijen dat de hond aan de ketting op het erf waakte.

De orde moet vooral waken over de kwaliteit.

We moeten er héél goed over waken dat dat niet gebeurt.

We moeten erover waken dat stilte hier niet zo zeldzaam wordt.

We zullen erover waken niet in zijn spoor te volgen.

We moeten ervoor waken dat de ploeg niet weer gaat verkrampen.

Iemand moet erover waken dat op deontologisch vlak alles goed verloopt.

Hij wil onrust voorkomen en waken over de veiligheid van zijn burgers.

Ik moet er simpelweg voor waken dat het er te veel worden.

We moeten waken over de vrije culturele en religieuze beleving van anderen.

Eerst moeten we erover waken dat de veiligheid niet in gevaar komt.

Een manager moet erover waken dat de hinder beheersbaar blijft.

We waken er wel over dat de dagprijs betaalbaar blijft.

Ik waak erover dat het mij niet overkomt.

De overheid moet waken over de kwaliteit en toegankelijkheid van het zorgstelsel.

De auteur zegt dat hij ervoor waakt een standpunt in te nemen.

Waak erover dat je alle kinderen en ouders zo gelijk mogelijk behandelt.

Ze vroegen om een gerechtelijk expert die moet waken over het patrimonium.

De regering moet waken over de openbare orde en maatregelen nemen waar nodig.

Je moet erover waken dat je als leerkracht de regie in handen houdt.

Wie waakt over de eigendommen als we op vakantie zijn?

subject

Wie of wat (...)?

substantief

agent

autoriteit

mens

moeder

overheid

politie

premier

regering

toezichthouder

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

's nachts

altijd

angstvallig

bewust

constant

echt

goed

nauwgezet

nauwlettend

permanent

(4 meer)

prepositiegroep

bij:

bed

controlepost

dode

lichaam

ouder

poort

vriend

ziekbed

vergelijking met (zo)als

als

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

over:

balans

begroting

belang

bescherming

evenwicht

gezondheid

imago

inhoud

integriteit

kwaliteit

(10 meer)
voor:

druk

euforie

optimisme

overbelasting

verleiding

verwachting

tegen:

inbraak

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

samen

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij waken?

blijven

dienen

gaan

horen

laten

moeten

willen

zeggen

zullen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met waken?

slapen

bijzin ingeleid door

erover dat

erover te

ervoor dat

ervoor te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.