ondervinden

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Hij ondervindt aan den lijve hoe de markt ervoor staat.

We hebben nadelen ondervonden van de crisis maar er ook van geprofiteerd.

Ook meende hij dat de staten schade kunnen ondervinden van de invoering.

Hij ondervindt er geen nadelen van, zegt hij.

Ook andere Amerikaanse autobouwers ondervinden moeilijkheden op die markten.

De bewindsvrouw stelde zich persoonlijk garant dat zij geen nadeel zouden ondervinden.

Ook hulpdiensten ondervonden hinder van de storing.

Kijkers ondervinden daardoor hinder van luchttrillingen en vervuiling boven het aardoppervlak.

Door haar heb ik aan den lijve ondervonden wat uitsluiting in Nederland is.

Ook Thailand ondervindt volgens hen geen blijvende schade.

Een op 200 leraren heeft volgens de statistieken fysiek geweld ondervonden.

Hoe ver die strijd kan gaan ondervond hij deze week.

U zult ook ondervinden dat de kwaliteit van de lijn minstens evenwaardig is.

In het verleden heb ik al ondervonden dat werkgevers dat soms verbieden.

Wie klachten ondervindt aan de luchtwegen, kan beter binnen blijven.

De vrijheid tot het uitvoeren van religieuze riten houdt op als daardoor mens of dier leed ondervindt.

Ik heb het zelf ondervonden toen ik in Engeland terechtkwam.

Ouders die echt problemen ondervinden met hun kinderen, krijgen individuele begeleiding.

Later ondervond ik in Parijs wat het betekende om te winnen.

De kans bestaat dat ze ook dit jaar zullen wijzen op de problemen die ze ondervinden.

Hij heeft de werkelijke schade aan den lijve ondervonden.

Een derde van de Belgen ondervindt slaapproblemen.

Daar staat tegenover dat alle respondenten daarnaast ook positieve gevolgen ondervinden.

Vier toestellen ondervonden in 2000 als gevolg van zo'n startverbod enige uren vertraging.

Sommigen ondervinden al zeer lange tijd klachten die met deze ervaringen te maken hebben.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

bewoner

burger

buurtbewoner

economie

gebruiker

kind

klant

land

mens

(5 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

beperking

bijwerking

concurrentie

consequentie

druk

gevolg

geweld

hinder

klacht

kracht

(10 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

dagelijks

eerder

nauwelijks

nooit

snel

vaak

prepositiegroep

aan den lijve

met schade en schande

tot zijn schade (en schande)

bijzin ingeleid door

hoe

wat

dat

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij ondervinden?

blijven

gaan

kunnen

laten

lijken

moeten

mogen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.