samenstellen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Ze hadden al een lijst met namen samengesteld.

Afhankelijk van het evenement stelt de band haar programma samen.

Deze gids zal u toelaten een eigen programma samen te stellen.

Met hem hebben we een menu samengesteld.

Hij stelt een groep specialisten samen om dit te onderzoeken.

In overleg stellen wij een pakket samen dat past.

Leerlingen krijgen meer vrijheid om hun pakket samen te stellen.

Lokale afdelingen staan op het punt hun kandidatenlijsten samen te stellen.

Zij stelden een dreamteam samen van experts uit verschillende wetenschappelijke disciplines.

Mijn respect gaat uit naar de bedriegers die deze nepmail hebben samengesteld.

Zo stelt u een bed samen dat volledig aan uw smaak beantwoordt.

De jury stelde deze lijst samen uit 41 genomineerden.

Ook het lesmateriaal is eenvoudig samen te stellen.

Hij stelt een witboek samen voor alternatieve financiering.

Hij stelt een strak programma samen dat de groep hechter moet maken.

Dit hoofdstuk werd grotendeels op basis van dat document samengesteld.

De index is samengesteld uit 100 aandelen en wordt regelmatig aangepast.

Deze lijsten zijn samengesteld door gebruikers.

Ons team is samengesteld uit gediplomeerde opticiens.

Werknemers kunnen naar eigen inzicht hun persoonlijke pakket samenstellen.

Deze directeuren mochten ieder hun eigen team samenstellen.

Ons collectief geheugen is samengesteld uit beelden.

Die massa was samengesteld uit miljoenen individuen.

Sterren zijn samengesteld uit gaslagen met verschillende temperatuur en druk.

Op basis daarvan kun je een lijst samenstellen van de hoogleraren met de meeste artikelen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

bezoeker

gebruiker

kijker

klant

mens

organisatie

partij

student

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

boek

bundel

collectie

commissie

dossier

expositie

groep

jury

kabinet

lijst

(10 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

ad hoc

eenzijdig

evenwichtig

jaarlijks

speciaal

volledig

zorgvuldig

prepositiegroep

op basis van

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

uit:

element

lid

materiaal

mens

onderdeel

stuk

vertegenwoordiger

predicatieve aanvulling

pronomen

zelf

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij samenstellen?

kunnen

moeten

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.